Uit de Driemaandelijksche berichten betreffende
de Zuiderzeewerken
Kroniek no. 46, 75e jaargang, 200j/i
Het meest opmerkelijke is dat de
Zuiderzee-vissers zich eigenlijk nooit tegen
de Afsluitdijk hebben verzet. Sterker nog,
ze hielpen er actief aan mee! Schrijver Bas
Sleeuwenhoek: "je kunt gerust stellen dat
honderden vissers het einde van de
Zuiderzee hebben bespoedigd". Kwam
door de crisistijd en het gevoel dat je de
vooruitgang toch niet kon tegenhouden.
Ongelukken bij de aanleg van de dijk -
vooral bij de sluitgaten - zouden acht
doden en tientallen gewonden hebben
gekost. Sleeuwenhoek: "Op zich niet
buitengewoon, als je bedenkt dat er
jaarlijks gemiddeld vier- tot vijfduizend
arbeiders aan de Afsluitdijk werkten."
Dit boek is nog in de boekhandel te
verkrijgen onder ISBN-nummer 90-78585-
01-3
MBT.
Het Driemaandelijksch bericht betreffende
de Zuiderzeewerken was een officiële
uitgave van het Ministerie van Waterstaat.
Het bericht bleek in een grote
informatiebehoefte te voorzien. Velen
wilden weten hoe het met de vorderingen
van het machtige Zuiderzeeproject stond.
Deze keer enkele mededelingen uit de
Driemaandelijkse berichten van juli 1935,
we laten de spelling ongewijzigd.
Juli 1935 - Januari 1936
Directiegebouw
Met ingang van 1 maart 1935 werd het
Directiekantoor aan de Langestraat te
Alkmaar ontruimd, in verband met het feit,
dat de eigenaresse van het pand zelf de
beschikking over een gedeelte van de
kantoorruimte nodig had. Er kon evenwel
beslag gelegd worden op een aan dezelfde
eigenaresse toebehoorend gebouw aan de
St. Laurensstraat, genaamd 'Prinsenhof',
welk gebouw zich bij uitstek voor de
huisvesting van den Dienst leent.
Werkverschaffing
Evenals in 1934 was gedurende het eerste
halfjaar van 1935 een groot aantal
werkloozen te werk gesteld bij de
bebosschings-, ontzurings-, en drainage
werkzaamheden in den polder. Het aantal
wisselde van 800 tot 970. De werken
werden uitgevoerd onder leiding van de
Nederlandsche Heidemaatschappij te
Arnhem en de Grontmij te Zwolle. Het
verloop van de werkzaamheden was, in
aanmerking nemende de bijzondere
mentaliteit van de tewerkgestelden, niet
42