Afsluitdijk 75e jaargang 2007/ 1, nr. 46 De bus rijdt als een kamer door de nacht de weg is recht, de dijk is eindeloos links ligt de zee, getemd maar rusteloos, wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht. Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken van twee matrozen, die bedwongen gapen en later, na een kort en lenig rekken onschuldig op elkanders schouder slapen. Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken de geest van deze bus; het gras snijdt dwars door de matrozen heen. Daar zie ik ook mezelf. Alleen mijn hoofd deint boven het watervlak, beweegt de mond als sprak het, een verbaasde zeemeermin. Er is geen einde en geen begin aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden, alleen dit wonderlijk gespleten lange heden. M. Vasalis. Die lange Afsluitdijk 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2007 | | pagina 41