Kroniek no. 46, 15e jaargang, 2007/1 Als Kingma niet snel iets kan doen aan de huisvesting in Slootdorp voor het jonge paar, besluit Anne een woonboot te kopen. Dat wil zeggen: een oude paviljoenstjalk van 50 ton die nog helemaal opgeknapt en verbouwd moet worden. Samen met broer Bouke lukt deze klus en in 1948 woont Anne met vrouw en dochter Lia (nog geboren in Westerland) in de woonboot aan de Nieuwesluizervaart. Tegelijkertijd kan moeder Faber weer terug naar haar huis aan de Brink. In de volgende jaren worden nog twee kinderen geboren: Flennie in 1950 en Rob in 1955. Tot 1953 blijft Anne Faber bij Kingma in dienst en heeft zo meegewerkt aan de wederopbouw van o.a. de Coöperatie van Slootdorp en uiteraard aan die vele boerderijen in de polder. In 1953 wordt hij metselaar bij De Vries uit Anna Paulowna en verschuift het werk meer naar de bollenschuren in de Anna Paulowna-polder. In 1972 komt Anne Faber bij zijn laatste baas: J.A.N.de Graaf uit Kleine Sluis. Daar maakt hij nog tien jaar vol en stopt in 1982. Ook na zijn pensionering blijft Anne Faber actief. Behalve aan het onderhoud van zijn boot en schuur besteedt hij tijd aan het maken van miniatuurgebouwen. Zo zijn op zijn erf de Koningin Emma-hoeve en de Flervormde kerk van Middenmeer in het klein te bewonderen en is hij momenteel nog bezig met de RK-kerk van Slootdorp. Zijn vrouw Minie is in 2001 overleden en dus woont Anne Faber sindsdien alleen in zijn woonboot, wat hem niet altijd meevalt. Gelukkig wonen de kinderen, en kleinkinderen, in de buurt. Terugkijkend op zijn leven vindt hij de overtocht van Stavoren naar Medemblik toch wel het meest spannende wat hij meegemaakt heeft; hij ziet nog steeds zijn vader tot zijn middel in de prut staan om de boot vast te leggen. Hij verbaast zich er nog wel eens over hoe gemakkelijk je vroeger van spelen in werken overging. Rondscharrelen bij de huizenbouw en terloops wat stenen aandragen. Februari 7974: het voltallige personeel van J.A.N.de Craaf; 5-de van li Anne Faber 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2007 | | pagina 28