UIT DE DRIEMAANDELIJKSCHE BERICHTEN BETREFFENDE DE ZUIDERZEEWERKEN Het Driemaandelijkseh bericht betreffende de Zuiderzeewerken was een officiële uitgave van het Ministerie van Waterstaat. Het bericht bleek in een grote informatiebehoefte te voorzien. Velen wilden weten hoe het met de vorderingen van het machtige Zuiderzeeproject stond. Deze keer enkele mededelingen uit de Driemaandelijkse berichten van januari 1935, we laten de spelling ongewijzigd. Januari 1935 Wijziging Directie. De leiding van den dienst onderging aan het einde van de verslagperiode een ingrijpende wijziging. Aan de leden der directie, irs. F.P. Mesu en Alph.L.H. Roebroek werd n.l. bij beschikking van den Minister van Waterstaat, met ingang van 1 Januari 1935, eervol ontslag als zoodanig verleend, onder dankbetuiging voor de door hen als zoodanig bewezen belangrijke diensten en wel: aan ir. Mesu, wegens zijn benoeming tot Landbouw-technisch adviseur van werkverschaffing en steunverleening, tevens belast met de werkverschaffingsinspectie Drenthe, en aan ir. Roebroek, wegens zijn benoeming tot Directeur-Generaal van den Landbouw. Het overblijvende lid van de directie, ir. SMEDING nam, in afwachting van het tijdstip, dat omtrent de reorganisatie van de bij de Zuiderzeewerken betrokken diensten nadere regelingen zullen worden getroffen, de leiding van de cultuurtechnische- en sociaal-economische afdeelingen over. Paarden. Enkele paarden moesten wegens ziekte of anderszins worden opgeruimd. In verband met de hooi- en oogstwerkzaamheden, waarvoor het eigen aantal paarden niet voldoende was, werd overgegaan tot het huren van paarden a fl. 1,- per dag. Aanvankelijk begonnen met 58 stuks werd dit aantal in den oogst uitgebreid tot 73 stuks. De hiermede opgedane ervaring is vrij gunstig, mits te voren eenige selectie wordt toegepast. Naast het aan de mijt of dorschmachine rijden van hooi, respectievelijk graan, konden deze paarden eveneens gebezigd worden voor gras-maaimachines, hooibouwwerktuigen, enz. Zoo nu een dan bleek de bodem plaatselijk nog te week om het gewicht van de paarden te dragen, wat een waarschuwing inhoudt voor het gebruik van paarden in een minder drogen herfst. Nadat de oogst- en najaarswerkzaamheden achter den rug waren, werd met het oog op de z.g. „Maandagziekte", het haverrantsoen afgeschaft en worden de paarden uitsluitend gevoerd met hooi en weinig bieten. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2006 | | pagina 33