augustus 1932 naar de Wieringermeer konden komen. Ik denk dat Mej.
Oslder wel wat gewend was, en dat ze verder keek dan de rommel in de
keuken.
Op die voorlichtingsavond in Klundert had vader met Stange uit Dinteloord
gesproken, die al eerder in de Wieringermeer had gewerkt. Ook Stange
mocht met zijn gezin de overstap naar de Wieringermeer maken. Na overleg
met elkaar spraken de mannen af om samen een verhuiswagen te huren.
Het was een hele reis naar de Wieringermeer. Het leek wel emigreren. De
chauffeur van de verhuiswagen was nog nooit verder geweest dan
Rotterdam en in 1932 waren de wegen ook nog niet zo goed. Wij als
kinderen vonden het prachtig. We zagen voor het eerst van ons leven de
duinen en de zee, want we gingen via Schoorl, Callantsoog, Schagen en
Wieringerwaard naar de nieuwe polder. We kwamen daar uiteindelijk aan in
Slootdorp, toen nog Sluis I genoemd. In Slootdorp woonden ook mensen
afkomstig uit Zwingelspaan en moeder zei:"Laten we hier maar blijven
wonen". Maar dat ging niet door. Wij moester verder naar Sluis III, het latere
Middenmeer, waar we eerst nog met een pont het kanaal moesten
oversteken. We kregen de woning Havenstraat 20 toegewezen. Op nummer
23 in diezelfde straat was mej. Olsder aanwezig om ons op te vangen. We
kregen daar koffie en brood. We konden op hetzelfde adres ook ledikanten
kopen. Dat was wel nodig, want in Brabant hadden bedsteden en alleen op
zolder twee ledikanten.
We kwamen te wonen tussen twee gezinnen, die beide afkomstig waren uit
Friesland. Daardoor kon moeder niet even een buurpraatje maken, want ze
kon ze niet verstaan. Moeder had in het begin erg veel heimwee. Het leven
in Brabant was ook heel anders. Daar slachtten we elk jaar twee varkens en
brood bakte moeder zelf en we haalden melk bij een boer, of we hadden een
geit. Nu kwamen de slager, de bakker, de melkboer en de kruidenier aan de
deur.
Wij, de kinderen, hadden de eerste maanden in Middenmeer geen school.
We speelden eigenlijk op de bodem van de zee. Overal vonden we mooie
schelpen. We mochten overal gaten graven en spelen. Alleen de Havenstraat
was er nog maar, en in de Torenstraat begonnen ze net te bouwen.
Toch moesten we op een geven moment naar school. Er werd les gegeven
door meester Boersma en juffr. Heijt in de woningen nr. 4 en 5 in de
Havenstraat. Op de nrs. 24 en 25 werden kerkdiensten gehouden.
12