AL BIJNA 75 JAAR IN DE WIERINGERMEER
De nu 85-jarige Anneke Leijten, die zo'n veertig jaar de voormalige
weegbrug nabij de haven van Middenmeer heeft bediend, vertrouwde haar
herinneringen aan "de emigratie' naar de nog jonge Wieringermeerpolder toe
aan het papier. "Foto's uit die tijd zijn er niet meer. De fotoalbums zijn
verloren gegaan door de onderwaterzetting in april 1945".
Ook ik wil proberen op te schrijven hoe
wij uit het Brabantse Zwingelspaan, (Gem.
Fijnaart) naar de Wieringermeer zijn gekomen.
"Wij' zijn, het gezin Leijten bestaande uit vader,
moeder en negen kinderen, waarvan de oudste
22 en de jongste 6 jaar oud.
Mijn vader werkte in Brabant bij de boer, maar
deed ook wel werk aannemen, zoals sloten
schoonmaken en ook wel kolen lossen aan de
Noord-Schans, dat is aan het Flollandsdiep.
Anneke Leijten
Later, toen m'n vader weer bij een boer werkte, zei deze tegen hem: "Je
moet voor jezelf in het vlas beginnen, en ik zal je helpen". Zodoende startte
vader een vlasbedrijfje. Hierbij moest alles nog wel met de hand gebeuren.
Het bedrijfje liep goed, zo goed zelfs dat we elektriciteit kregen. Dat was
natuurlijk een hele vooruitgang!
Maar toen kwamen de crisisjaren. Dat waren de dertiger jaren. Alles ging
achteruit, ook de vlashandel liep terug.
Mijn ouders lazen in een plaatselijk krantje dat Ir. Roebroek, (lid van de
Directie Wieringermeer, red.) kwam spreken in Klundert, (Alwaar Roebroek
eerder rentmeester der Domeinen was geweest, red.) over de eerste
Zuiderzeepolder. Vader ging daar ook heen, en zei toen hij thuis kwam:"Ik
heb me ook opgegeven voor werk in die nieuwe polder". Mijn moeder was
er niet erg voor. Ze wilde niet bij de familie vandaan. Maar vader zei:"Moeten
we dan hier werkeloos blijven lopen? Daar is werk voor ons allemaal".
We hadden in Brabant een eigen huisje met ingebouwde oven. Daar deed
moeder elke vrijdag voor de hele week broodbakken. Die oven werd
gestookt met takkenbossen, en als de plavuizen dan roodgloeiend waren
trok moeder de asplaat eruit en moest het brood er snel mogelijk in. Dat gaf
nogal veel rommel in de keuken. Juist op zo'n moment kwam Mej. Olsder uit
de Wieringermeer (Maatschappelijk werkster in dienst van
Wieringermeerdirectie, red.) kijken hoe ons gezin was. Toen Mej. Olsder
weer weg was zeiden mijn ouders tegen elkaar:"We zullen vast niet in
aanmerking komen voor de Wieringermeer. Ze zal wel geschrokken zijn van
de rommel". Maar na een paar weken kregen we bericht dat we op 11
li