De telefonist van Den Oever moest steeds de telefoonverbinding van de
Commandant in Alkmaar doorverbinden met de telefoon van de aanwezige
officier, die bij zijn manschappen bij het graven van de gaten in de dijk was.
De officier kreeg bericht van zijn commandant, dat wanneer hij de volgende
ochtend voor acht uur niet gebeld had, de dijk om twaalf uur moest worden
door- gestoken.
"De ondergrondse"
Omstreeks kwart voor acht belde de commandant maar er kon geen
verbinding met de bewuste doorbraakplek tot stand worden gebracht. De
ondergrondse had de telefoonlijn van Den Oever naar het betreffende
gebied doorgestoken. De officier wachtte en wachtte, maar er kwam geen
bericht. Befehl ist Befehl. Om twaalf uur nog geen bericht. Hij moest dus het
bevel uitvoeren.
Dat gebeurde. Zelfs op weg naar Medemblik voelde men de trilling. Het
beton in de betreffende gaten met munitie bleek (achteraf) nog niet hard
genoeg te zijn, zodat er nagenoeg geen water de polder in kwam. Dan
wordt het bevel gegeven "schieten". Alzo gebeurde. Het water liep de polder
in en schuurde de gaten steeds groter wen dieper uit.
De vissers bij de coupure bij Medemblik zeiden woensdagochtend al: "Als er
een krachtige wind komt, zijn alle boerderijen zo ver je kunt kijken met
enkele dagen weg. De stormachtige wind kwam en op vrijdagmiddag waren
alle boerderijen zo ver men van daaruit kon kijken grotendeels ingestort.
Het was heel opmerkelijk, dat al enkele dagen na deze ramp, een
ballastmaatschappij nog tijdens de oorlog opdracht en toestemming kreeg
om reeds met het herstel van de dijk te beginnen!
De twee gaten waren echter te diep om ze te dempen en daarom werd
besloten er een ringdijk om heen te leggen. Deze plek trekt nu nog veel
bezoekers.
Elf december daaraanvolgend werd de polder weer droog verklaard. De
polder toonde een afschuwelijk beeld. Boerderijen ingezakt of zelfs weg; de
drie dorpen één grote puinhoop; kerken zwaar beschadigd. De polder was
weer onherbergzaam.
Zo spoedig mogelijk begon men met puin ruimen, er kwamen houten
noodwoningen en de boer ploegde weer zijn land. In de zomer bleek de
oogst zelfs zeer veel op te brengen.
13