65 JAAR GEMEENTE WIERINGERMEER In de loop der eeuwen zijn er diverse plannen geweest om op vreedzame wijze het aloude grondgebied van de gemeenten rond de Zuiderzee uit te breiden. Vooral in de Kop van Noord-Holland, waar inmiddels al verschillende meren en kreken met financiering van aanpalende gemeenten en (toekomstige) grondeigenaren waren droog gemaakt, werden allerlei suggesties gedaan en plannen gemaakt maar steeds stuitte men op de kosten hiervan. Ingenieur B. P. G. van Diggelen kwam in 1847 voor het eerst met een meer volledig plan tot indijking van het Wieringermeer. Ook dit lukte niet. In 1869 bracht een commissie, bestaande uit de besturen van de Waard- en Groetpolder; de Waard-Nieuwlandpolder en Anna Paulownapolder en enige "geachte waterbouwkundige ingenieurs" een nieuw ontwerp uit. "Het tegenwoordige ontwerp kan alzoo thans den grondslag uitmaken der onderhandelingen, die tot uitvoering dezer groote zaak gevoerd zullen moeten worden met de Rijks- en Provinciale autoriteiten en met de aan het Wieringermeer grenzende waterschappen en gemeenten, om daarom te worden onderworpen aan het oordeel van de oprichters eener maatschappij tot indijking". Een en ander leidde uiteindelijk tot de wet van 30 juli 1926 Staatsblad nummer 244, waarbij de gemeenten Den Helder, Anna Paulowna, Wieringen en Wonseradeel een stuk water toegewezen kregen. Toen het tijdstip van de droogvalling in zicht kwam, is bij de wet van 24 mei 1928 (Staatsblad no.185) het nog niet ingedeelde gebied gevoegd bij de gemeenten Medemblik, Barsingerhorn en Winkel. Deze gemeenten kregen echter over het grondgebied van de Wieringermeer slechts beperkte bevoegdheden. Zij verklaarden "de bij hen geldende verordeningen voorzover nodig op de Meer van toepassing"; zorgden voor de bevolkingsadministratie, de organisatie van de verkiezingen, de belastingheffing, de keuringsdienst en de armen- en werklozenzorg".De andere taken vielen onder de Directie van de Wieringermeer. Ondertussen werd er door de Directie veel gebouwd. In oktober 1931 konden de eerste woningen aan de Slootweg, later Koningin Wilhelminaweg, worden bewoond. In de loop van 1932 kwamen er meer straten en huizen zowel in Slootdorp als in Middenmeer. Zo viel o.a. de bouw van scholen onder de gemeente Medemblik. Burgemeester Peters, zeer goed thuis in allerlei wetten, voelde er niets voor om in Wieringermeer scholen te bouwen en onderwijzend personeel aan te trekken. Dat moet eigenlijk door de komende inwoners worden bepaald. Op zijn aanwijzingen werd de Stichting Wieringermeerscholen opgericht. Voor de burgerlijke stand, o.a. geboorteaangiften moest men veelal naar Medemblik. Er waren nog geen wegen, dus dat was een hele toer over platgereden paden langs de kanalen en het zich met een pontje over een kanaal trekken. Richtingaanwijzers waren echt niet nodig want bij helder weer kon men vanuit Slootdorp de torens van de twee kerken van Medemblik zien. li

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2006 | | pagina 13