mannen (jongeren), die hadden meegeholpen in het verzetswerk. Zij kregen
de gelegenheid om als eersten te worden opgeleid voor de politie. Die
opleiding had vijf jaar stilgelegen en enkele politieagenten waren uit de
dienst gezet, omdat ze de vijand hadden geholpen. Er was na de oorlog dus
een groot tekort aan politieagenten. Het controlewerk dat de peukjeszoekers
toen in de Wieringermeer deden zouden we nu een stageplaats noemen."
Ons is wel bekend dat in de periode van wederopbouw Burgemeester
Loggers de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht extra politieagenten
voor de Wieringermeer beschikbaar te stellen om diefstal van (bouw-
)materiaal en goederen in de nog stille polder te voorkomen. Het verzoek
van de burgemeester werd gehonoreerd Op een gegeven moment
verbleven er zelfs 63 extra politiemannen - waarschijnlijk ook
'peukjeszoekers' - in boerderijen aan de Groetweg, die 's avonds en 's
nachts de ronde deden door de polder en overdag de mensen die de polder
verlieten na een dag arbeid controleerden op bezit van ontvreemde
goederen. Met naam en toenaam werden de gesnapte onrechtmatige
eigenaars van goederen in de toenmalige Flevobode vermeld.
SCHANDE
Materiaalschaarste
Zij die na terugkeer in de drooggevallen polder wilden (her-)bouwen hadden
daarvoor een rijksgoedkeuring nodig. Het al dan niet verlenen van de
rijksgoedkeuring was in hoofdzaak een kwestie van de materiaalpositie.
Vanwege de beperkte hoeveelheid beschikbaar materiaal konden uiteraard
alleen de meest urgente objecten worden uitgevoerd, waarbij de Commissie
Wederopbouw Wieringermeer zich in het algemeen op het standpunt stelde,
dat herbouw van vernietigde of beschadigde opstallen voorrang genoot
Een ander woord kunnen
we niet vinden voor de ge_
dragingen van een aantal
arbeiders, die, werkzaam bij
de puinruimings werkzaam-,
het in hun gestelde vertrou
wen ernstig hebben be
schaamd.
Het is een treurig lijstje
dat wij hieronder vermelden
van de gevallen waarin de
politie er in slaagde de da
ders te verbaliseeren.
Bij onderstaande personen
werden de daarbij vermelde
goederen, afkomstig van
diefstal uit de Wieringer
meer in beslag genomen, te
v/eten
1: Fransiscus Cornelis
Dekker, wonende te Alkmaar,
Lindelaan no. 25
Voorwerpen1 ballon elec-
trisch licht, 1 zeepbakje. 1
zaag, 1 kabel voor stofzui
ger, 1 bietenmes, 1 kop en
schotel, 1 afwaschbakje.
2. Eeuwe Hoogheim, wo
nende te Winkel, Groetpol
der D 10.
"V oorwerpen 2 weckflesschen
van 1 liter en 5 id. ','j liter.
3. H. Oldenburger, wo
nende te Alkmaar, Spoor
straat 11.
Voorwerpen 2 werckfles.
schen.
4. Simon Wit, wonende te
Alkmaar, Fabrieksweg No. 5.
Voorwerpen 9 weckfleschen.
5. Simon van der Meulen,
wonende te Alkmaar, Akers
laan 21.
Voorwerpen 1 weckflesch.
6. Hendrik Norder, wonen
de te Alkmaar, Liefdelaan
no. 34
Voorwerpen 2 ringen en
een plaatje van kacheL
7. Herman os Smit, wo
nende te Alkmaar, K. van 't
Veerstraat no. 94.
Voorwerpen 1 glasruit
40 x 20 cm 2 kg lood, oud.
Bovenstaande personen
zijn allen werkzaam bij de
firma Habbé te Alkmaar.
8. Jan Laanstra, wonende
te Sijbecarspel, S 62.
Voorwerpen 1 braadpan,
1 sierkruik, 1 pronksehaol,
1 flesch, 1 aardappelrooivork.
Laanstra is werkzaam bij
de firma Wassink, voorheen
wonende te Middenmeer.
Laten wij hopen dat aan
deze lijst geen vervolg be
hoeft te worden gehecht.
Met naam en toenaam werden de dieven in de Flevobode te kijk gezet.
17