List ontwikkelde op verzoek van Smeding en Ir Minderhoud een
infiltratieplan in sectie A. Zijn ontwerp werd uitgetest, goed bevonden en
ingevoerd. Tot op de dag van vandaag functioneert het infiltratiesysteem
nog op die plaatsen.
Dorus List was mede-oprichter van de eerste Boerenleenbank in de
Wieringermeer en van de Centrale Aan- en Verkoopvereniging (C.A.V.) te
Slootdorp. Voor feesten als Koninginnedag en de Polderdagen stelde List
namens de Cultuurmij. wagens en zonodig boten beschikbaar. Een
hoogtepunt voor hem vormde de deelname van de Cultuurmij, namens de
Wieringermeerbevolking, aan het défilé in Amsterdam in 1938 bij
gelegenheid van het regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina.
Voor een moeilijke keuze staan
Cultuurboeren, per 1 januari 1935 "landbouwkundig opzichters" genoemd,
krijgen voorrang bij het pachten van een bedrijf. Overigens moeten zij ook
voldoen aan de gestelde financiële voorwaarden, o.a. f 300,- bedrijfkapitaal
per ha als vermogen kunnen aantonen.
In 1939 - het cultuurwerk loopt op z'n einde - komt Dorus List voor een
moeilijke keuze te staan wat betreft zijn toekomst. Wat moet het worden?
Studeren in Wageningen, zoals Ir. Minderhoud hem aanraadde;
Met de Directie meegaan naar de in cultuur te brengen Noordoostpolder;
Zaakvoerder worden van de C.A.V. te Slootdorp;
Zich aanmelden voor een pachtbedrijf in de Wieringermeer.
Na veel overleg en slapeloze nachten kiest Dorus voor het pachten van een
bedrijf. In 1940 wordt Theodorus List pachter aan de Alkmaarseweg.
Niet altijd liep alles op rolletjes
Natuurlijk liep tijdens het cultuurwerk niet altijd alles op rolletjes. Er waren
ook diverse tegenslagen en tegenvallers op het relationele vlak. Zo waren er
rupstrekkers die vast kwamen te zitten in de slappe weke bodem. Soms een
dag lang ploeteren om de trekkkers los te krijgen. Leuk was het dat daarna
paarden met plankjes onder de hoeven ter plekke het werk van de tractoren
overnamen. Deze "paarden op klompen" werden geïntroduceerd door
bedrijfsboeren uit de veengebieden elders in Nederland. Heel droevig was de
verdrinking enkele malen van medewerkers van de Cultuurmij. en
cultuurarbeiders door het onvoorzichtig oversteken van de kanalen met de
daarvoor bestemde pontjes. "De lieslaarzen liepen vol water en je kwam
nooit meer boven". Ook de auto-ongevallen op de toch vrij rustige wegen
waren een zware slag voor alle cultuurwerkers. Oorzaak waarschijnlijk de
z.g. 'polderblindheid'.
Heel moeilijk was het voor List om mensen te moeten ontslaan vanwege
onaanvaardbaar gedrag. Hij schroomde echter niet om ook zijn eigen neef
om een bepaalde reden ontslag aan te zeggen.
21