anderen het geval was. Van de andere kant kan het juist een stimulans zijn geweest om samen in hetzelfde schuitje zittend, elkaar op te zoeken teneinde elkaar beter te leren kennen. Door een zekere terughoudenheid en de gespreide bewoning bovendien denk ik dat de communicatie van de nieuwe bevolking van de Wieringermeer - zeker voor de moeders in de toen grote gezinnen - niet bevorderd is door de onderlinge ook de religie betreffende verschillen. Stellig hebben de gereformeerden hier vroeger meer in een isolement geleefd dan de hervormden en de katholieken. Gelukkig hebben de secularisatie en de meer open maatschappij voor een groot deel een einde gemaakt aan de hokjesgeest van weleer. Bevolkingsopbouw en -groei Onlosmakelijk verbonden met het gegeven dat jonge boeren, arbeiders en middenstanders zich in de nieuwe polder een bestaan verwierven, is het feit dat ouderen hier in de begintijd vrijwel niet voorkwamen. Dit was toen een niet natuurlijke, maar uiteraard zeer verklaarbare samenstelling van de bevolking: voornamelijk jong. Het was voor mij een openbaring toen ik als 11-jarige tijdens de evacuatietijd voor het eerst aan het sterfbed stond van een 90-jarige buurman: er maakten ook ouden en zeer ouden deel uit van onze maatschappij. Na een bestaan van 75 jaar van de polder, en gegeven dat een generatie zich elke 25 a 30 jaar vernieuwt, is de huidige samenstelling van de bevolking waarschijnlijk vrij normaal. Apart is wel dat het aantal bewoners van de polder jarenlang rond de 10.000 heeft gelegen en thans op 12.500 staat, wat bepaald een dunne bevolkingsdichtheid oplevert. Men kan zich hierbij afvragen of bestuurders en investeerders wel voldoende vestigingskansen bieden ofwel dat dezen het om plausibele redenen vaak laten afweten. Ruimte en nog tamelijk schone lucht is genoegzaam voorhanden, terwijl het meer geïndustrialiseerde zuiden van Noord-Holland op niet grote afstand ligt. Vreemd eigenlijk dat de polder lijkt te moeten wachten op het weer eiland worden van Wieringen om enige bevolkingsaanwas te kunnen verwachten. Zeker is wel dat stimulansen vanuit de agrarische sector voorlopig - en misschien wel voor altijd - zullen uitblijven vanwege de malaise in zowel akkerbouw als veeteelt en een voortdurend geringe economische groei, nationaal gezien. Varia Voor mijzelf weet ik dat ik als kind op de lagere school en thuis een tamelijk prettige tijd heb meegemaakt. Thans, gepensioneerd en de 70 gepasseerd, zou ik me vermoedelijk minder in de Wieringermeer thuis voelen. Als kind had je geen andere maatstaven dan die van je eigen omstandigheden. Pas later ben je in staat je blik te verruimen. Voorbeelden: in zomer en winter liep ik in een half uurtje naar kerk en school -meestal ook in deze volgorde kou, wind en regen trotserend. Geen enkel probleem mee gehad, wel er enigszins door gehard. Momenteel waarderen mijn oudere ledematen wind en kou natuurlijk wat minder, al staat er ook in Fryslan, waar ik woon, vaak een flinke bries. 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 43