vensterbank was al niet meer te zien, dus maar voorzichtig aftasten waar het zou moeten liggen. Helaas niets te vinden, het zal zijn gaan drijven, dan maar de vloer aftasten, maar dat was ook zonder resultaat Ik voelde me daar helemaal niet lekker bij. Als vijftienjarige kun je misschien ook nog wel voor veertien jaar doorgaan. Maar het was toch wel een bewijs dat de bezetter je voor vol aanzag, dat streelde op die leeftijd je ego toch wel. Het hoogste peil bereikt Het water bleef maar stijgen en van onze uitkijkpost op de bovenverdieping had je een ruim uitzicht. De auto van Woets was al onder water verdwenen en de wagen zag je heel in de verte richting de dijk verdwijnen. Er kwam van alles al langs drijven hout in alle soorten, stropakken, vaten en alles wat maar drijven wilde. Weer een nieuwe schrik, achter op het erf in de bomen zaten een paar poezen die gered moesten worden. Gelukkig hadden we een boot bij ons, maar dat viel lang niet mee als onervaren schippers en door de sterke stroming van het water. Om dan vanuit een wiebelend bootje een paar bange katten in een zak te krijgen is geen sinecure. We hebben ze echter na veel gezwoeg via een dakraam in de schuur kunnen afleveren. Daar zaten er nog een paar, eten was er voor hen op zolder neergezet, bovendien kwam hun natuurlijk voedsel gelijk met het water omhoog: "muizen". We zijn weer veilig op onze uitgangsbasis terug gekomen. Er was weinig anders te doen dan van het wijde uitzicht genieten en te zien dat het water steeds hoger kwam en het de oude "Zeedijk" naderde. De KLOK werd 15 jaar teruggezet, tot de periode van voor de droogmaking in 1930. Af en toe telden we de trap treden die nog boven water waren, het werden er steeds minder. Door al het gedoe waren onze kleren niet helemaal droog gebleven. Buiten was het mooi zonnig en lekker warm weer, we zijn via de dakgoot op een plat dak op een dakkapel geklommen en hebben ons heerlijk in het zonnetje laten drogen. Toen het donker werd waren er nog vijf traptreden te zien. We hebben niet zo best geslapen, je hoorde het water in het trapgat klotsen en de wind was wat opgestoken. Af en toe gingen we eens kijken hoeveel traptreden er nog te zien waren, dat werden er steeds minder. Bij het licht worden, was het hele trapgat vol met water, het stond tegen het plafond. Het was nu weer heerlijk rustig mooi weer. We gingen geregeld kijken of de boten er nog wel lagen, helemaal rustig was je toch niet. Op het erf was het s'ochtends een grote ravage. Alles dreef daar rond, de groene keet, een stroschelf, de hekken, een bruggetje van over de sloot was van z'n verankering losgetrokken en dreef daar rond. Ook veel materiaal van elders was tussen de bomen blijven hangen. Via een dakraam hebben we een kijkje in de schuur genomen, daar dreef ook alles in de rondte. We zagen die ochtend van 19 april in de verte een roeibootje aankomen. Het was vader Blijdorp. Hij zal wel niet zo lekker geslapen hebben die nacht. Toen hij de vorige dag vertrok was het erf nog droog en nu stond er meer dan drie meter water. Het zat hem helemaal niet lekker dat hij ons daar achtergelaten had, en kwam ons nu ophalen, we vonden dit helemaal niet leuk en dachten dat we het nog wel een paar dagen vol konden houden. Er was eten genoeg om het verblijf nog een paar dagen te rekken. De twee "cowboys" van Woets waren met hem mee gekomen. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 38