nog veel materiaal naar de dijk gebracht. Omstreeks het middaguur van de
18e de april zag je vanuit de verte het water heel langzaam
dichterbijkomen. De bodem van de Wieringermeer loopt naar de oude
Westfriese zeedijk langzaam op. En het als een zilveren gloed langzaam
dichterbijkomende water leek wel een natuurverschijnsel. Een beeld wat m' n
hele leven op het netvlies is blijven staan. Het water steeg en kwam steeds
dichterbij, ogenschijnlijk kalm en zonder geweld.
Tot het moment dat het de Oudelanderweg bereikte. Deze weg loopt oost
west, en omdat de weg wel een halve meter hoger ligt als het omringende
land, fungeerde hij op een gegeven moment als dijk. Een wonderlijk gezicht,
aan de ene kant van de weg alles onder water en aan de andere kant leek
alles normaal. Via de kanalen waren de sloten al wel vol gelopen. Je zag de
aardappelruggen nog, het groene graan en het bloeiende koolzaad. Maar dat
duurde niet lang meer, want hier en daar zag je het water al over de weg
sijpelen. Eerst kalm maar al spoedig veel sneller. Omdat we een paar boten
ter beschikking hadden was afgesproken dat Siem en ik zouden achterblijven.
Het water begon al over de weg te spoelen. Na nog veel laatste raadgevingen
vertrok itT n vader met de laatste wagen.
Het werd de hoogste tijd, veel later had het niet moeten worden, het water
spoelde steeds onstuimiger over de weg Bij het bereiken van de aarden baan
van de latere Rijksweg A7, die wel een meter hoger ligt dan het omringende
land, was hij veilig. Daar reden nog meer wagens bespannen met paarden. Er
kwamen nog een paar fietsers langs, die met veel moeite naast hun fiets
lopende op de weg konden blijven. In de verte kwam nog een wagen van de
familie Woets aan met daar bovenop een auto zonder wielen. Vermoedelijk
schrokken die paarden van de zwart geteerde boten die tegen de weg lagen
te bonken. Ze raakten van de weg af in de schuine berm, de wagen raakte
vast in een zogenaamd mangat en de auto kantelde eraf. Paarden angstig,
met veel moeite hebben we ze van de wagen los gemaakt. Als "cowboys" zijn
de twee mannen op de paarden gesprongen en in galop door het toen al
kolkende water naar de veilige berm van de A7 ontkomen. Voor hen angstige
momenten, maar het liep nog goed af.
Mijn persoonsbewijs
Wij besloten met onze bootjes terug te varen en voeren precies tussen de
dampalen door recht op het huis af en hebben ze daar aan de regenpijp
vastgelegd. Het werd nu de hoogste tijd om ons in huis terug te trekken. Het
was van daaruit een wonderlijk gezicht: rondom overal water. Maar je besefte
toen nog niet dat het water tot boven de dakgoten zou stijgen. We hoorden
opeens een vreemd geluid. Het kelderraam stond open waardoor het water
klotsend als een waterval de kelder in stortte. Het klinkt met de wetenschap
die we later hadden misschien wel heel onnozel: ik ging het raam nog
dichtdoen. Weer even later zag je het water onder de deuren door naar binnen
komen. Maar nu drong het tot me door dat het water niet te keren was. Het
werd nu toch wel tijd om ons op de bovenverdieping terug te trekken.
Je kon toen af gaan tellen hoeveel traptreden het water gestegen was. "Grote
schrik!, waar was rrT n persoonsbewijs gebleven?" Het was neergelegd op de
vensterbank in de woonkamer en die stond al onder water. WAT NU Er zat
niets anders op dan de trap af naar beneden en in rrT n blootje het water in
te gaan, dat nu al een meter hoog stond, het was nog behoorlijk koud. De
35