De inwonende knecht Geert Bron, die al sinds 1940 deel uitmaakte van het gezin,
was afwezig. Hij was in februari 1945 naar zijn familie in Pasop (gem. Leek,
Groningen) gegaan, maar kon niet meer terug naar de Wieringermeer door de
oorlogshandelingen in Noord-Nederland.
Evacuatie: waarheen?
Zoals elders in de Wieringermeer was ook aan de Zeugweg wel het gerucht
doorgedrongen dat de Duitsers de dijk wilden laten springen, maar veel geloof
hechtte men er niet aan. Maar 's morgens vroeg op 17 april kwam de vaste arbeider
Jan Krans uit het dorp aanfietsen (mijn vader was nog bezig met het melken van de
koeien). Hij wist te vertellen dat het nu menens was, want dat had hij in
Wieringerwerf vernomen. Iedereen was daar zijn spullen aan het pakken. Zelf ging
hij met een paard en wagen terug naar het dorp om te proberen zijn eigen huisraad
te redden.
Mijn vader ging intussen informeren bij een aantal boeren uit de omgeving wat ze
gingen doen. Er was bekendgemaakt dat iedereen de polder uit moest; men mocht
alleen wat eten en beddengoed meenemen, maar geen huisraad, machines of
gereedschap. Er waren er die besloten naar het oude land te gaan. De familie Troost
(Noorderkwelweg) ging bijv. naar Opperdoes, Koster (Noorderdijkweg) ging bij
Medemblik de polder uit. Ook Van Oosten (Noorderdijkweg) en Vossen (Zeugweg)
gingen naar Medemblik. Anderen voelden daar niet zo voor. Wat moest men
bijvoorbeeld met de onderduikers aan? Zouden de Duitsers hen niet bij Medemblik
opwachten? En wat zou er met het huisraad gebeuren? Als het zou blijven staan, dan
zou het zeker verloren gaan: of door de rovende Duitsers óf door het water.
Naar de Oude Zeug
Een tiental boerengezinnen besloot met medeneming van huisraad, vee en
landbouwwerktuigen naar het haventje op de Oude Zeug te gaan. Zowel aan de
water- als aan de landzijde kende en kent de dijk daar een verbreding; bovendien
stonden/staan er enkele gebouwen: twee huizen (toen bewoond door de families
Bakker en de Graaf) en een dijkmagazijn. (Onderaan de dijk woonde later de familie
Meyerhof in een soort woonwagen naast een weegbrug, maar of ze daar in 1945 ook
al woonden, weet ik niet).
's Ochtends was men druk met het volladen van boerenwagens, vooral meubels en
beddengoed werden opgeladen. Trijnie Turksma heeft mij verteld dat zij en Antje
Hellinga hun best hebben gedaan om kleren en beddengoed in een paar grote ronde
tonnen te stoppen. Mijn moeder is de hele morgen bezig geweest met het bakken
van een stapel pannenkoeken. Niemand wist toch wat er ging gebeuren? Dan was
het maar beter iets eetbaars bij zich te hebben. En wat was er dan gemakkelijker en
voedzamer dan pannenkoeken? Achteraf bleek dat men op de Oude Zeug redelijk
normaal kon koken, want er was een kacheltje meegenomen.
Toen de explosies even na twaalf uur werden gehoord, was het wel duidelijk dat het
menens was. Even dacht mijn familie nog dat het goed zou aflopen, want het water
kwam eerst maar heel langzaam opzetten. Maar dat werd snel anders. Om vier uur
zijn ze dan toch met twee boerenwagens op stap gegaan. Uit de brief van 17 juni
1945: "...toen kwam het water er met geweld aan toen we bij de Oude Zeug kwamen
was Suidgeest, Tolsma en noch enkele er al toen zijn we daar ook maar gebleven,
hoewel we Holland in moesten." De optocht moet wel een wat vreemde aanblik
hebben geboden: de onderduiker uit Den Helder (Arie Cornielje) liep bijvoorbeeld,
gekleed in een niet helemaal passende jas van de afwezige Geert Bron, achter een
kinderwagen vol met serviesgoed. Ook Krans, die zijn spullen op de meegenomen
wagen had geladen, voegde zich met zijn gezin bij het gezelschap. Mijn ouders
vroegen zich op het laatste moment af waar de belangrijkste papieren waren, maar
daar hadden de Turksma's al voor gezorgd (als familieleden wisten zij waar die
28