Gebruik domeinkantoor na de inundatie
De administratie uit het Domeinkantoor kon tijdelijk in kasteel Radboud in
Medemblik onder worden gebracht.
Reeds tijdens de oorlog mocht worden begonnen met het maken van een
dijk rondom de grote diepe gaten in de oorspronkelijke dijk.
Begin augustus 1945 was die omringdijk gesloten zodat op 9 augustus 1945
opnieuw met het leegpompen van de polder kon worden begonnen.
Na het droogvallen kon men aan de hand van de uitgebleekte stenen
van het gebouw zien hoe hoog het water had gestaan.
Het pand werd gereinigd en weer in goede staat gebracht zodat de
verhuizing van de zo mogelijk hele kantoorinrichting weer naar het gebouw
aan het Ir Smedingplein kon gebeuren.
In de Flevobode van zaterdag 10 Augustus 1945 staat o.a. op de voorpagina
"Donderdag en Vrijdag wapperde onze driekleur boven het Domeinkantoor".
In dit statige geheel bevond zich niet alleen de administratie van de
Domeinen maar tevens de afdeling bouwkunde, de afdeling landbouwkunde
en de afdeling Staatslandbouwbedrijven en werd onderverhuurd aan andere
instanties.
Wie maakten er meteen al gebruik van enkele kamers?
Het Heemraadschap de Wieringermeer was er permanent gevestigd.
Voor de inundatie stond in de Raadhuisstraat, bij de hoek van de Terpstraat
een burgemeesterswoning, die als raadhuis was aangepast en ingericht.
Ook van dit gebouw was helemaal niets over gebleven. De gemeente liet in
het droog gebleven stukje grond "Lutjekolhorn" een noodraadhuis met een
woning voor de gemeentebode en een garage voor slechts één auto bouwen.
Daardoor kon het gewone werk weer doorgaan. Dit gebouwtje stond in
wezen buiten de polder en daarom huurde het gemeentebestuur in de gang
van het domeinkantoor rechts een kleine kamer voor het onderbrengen van
de hulpsecretarie voor de teruggekeerde inwoners in dat gebied van de
polder.
In enkele kamers in de rechtergang zaten de tekenaars van
gemeentewerken evenals op de zolder van het domeinkantoor.Deze
Gemeente-ambtenaren vertrokken enige tijd later naar een als zodanig
ingerichte nieuwe woning aan de Prof. Granpré-Molièrestraat.
Tot ongeveer 1953 verbleven er de tekenaars en opzichters van de Dienst
Wederopbouw Wieringermeer.
De Vereniging voor de Bedrijfsvoorlichtinging had er samen met de
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst, voor o.a. de heren de Vries, Wieringa en
H. Oosterhuis een onderkomen.
De Dienst van het LEI (Landbouw Economisch Instituut) was er gehuisvest.
Ook het Staatbosbeheer maakte gebruik van enkele ruimtes voor o.a. de
heren N. Krab en H.Top.
Verder had de heer Jansen van de Belastingdienst Schagen een
zolderkamer in gebruik.
In de kelder was een rijwielberging; er werden enige "dingen" opgeslagen
en verder kreeg de Fotoclub: "Het Derde Oog" hier ruimte voor alle
activiteiten.
17