Het Rijk is eigenaar van de grond gebleven. Deze grond van de Domeinen valt onder de Minister van Financiën. Maar nu het geheel nog droog gemaakt moest worden vielen de uit te voeren werken onder de Minister van Waterstaat, dit in overleg met zijn collega van Financiën. Voor de administratie van de Domeinen was een etage van een pand in Kennemerpark te Alkmaar gehuurd. Al spoedig was dit te klein en verhuisde men naar een etage in 't Floge Fluys aan de Langestraat te Alkmaar. Naast de 2 typistes kwam er een administrateur, de heer I FI.A.E. Flarshagen bij. Bij het postkantoor in Slootdorp kwam een houten gebouw, waar de heer Flarshagen van tijd tot tijd "zitting" hield voor allen, die "iets"met de dienst der Domeinen te maken hadden. Zodra er enkele huizen aan de Slootweg gereed kwamen, werd daar kantoor gehouden. In 1936 kwamen aan de Westerterp weg, nu de Koningin Julianalaan, drie woningen gereed, die als Domeinkantoor werden ingericht. In dit kantoor moesten de aanstaande pachters zich vervoegen. Een nieuw gebouw. In 1941/1942 werd in het verlengde van de Raadhuistraat/Terpstraat een groots, nieuw kantoorpand gebouwd voor de Dienst der Domeinen, naar een ontwerp van de bouwkundige afdeling van de Wieringermeerdirectie. Onder het hele gebouw kwam een kelder, waarvan het bovenste deel boven het maaiveld uitsteekt en voor allerlei doeleinden kan worden gebruikt De voorgevel heeft bij de linkerhoek een risaliet met een-zelfde ramenpartij als de rest van de voorgevel. De ramen op de etage van de risaliet hebben een groot raam met aan de bovenzijde een boogvormige kant. De muren zijn in haifsteensverband gebouwd van rode baksteen en voor het zadeldak zijn zwarte Romaanse pannen gebruikt. Op dit dak staat een vierkante schoorsteen met daarop een sierwerk. Met een uitlopende trap met zeven treden en met fraai sierwerkleuningen komt men via een mooie deur, met luifel, in de hal van het gebouw met links een loket, waar men zich dient te Het tuH W54' 't de Di.wiie H'ieringi'rnH 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 17