Het verzet wilde wel ingrijpen
De fabel van de Poolse redders
verdwenen in de gaten. In ieder gat ongeveer 1000 kilo aan bommen. In de
loop van zondag op maandag 16 april werden de springladingen in de gaten
aangebracht. (Is het U inmiddels ook al opgevallen dat duistere praktijken
steeds het meest 's nachts plaatsvinden!)
Alles wat de Duitsers daar op de dijk uitvoerden ontging de ondergrondse en de
verzetsmensen uiteraard niet. Veel plannen zijn door hen gemaakt om aan de
uitvoering van het werk op de dijk een einde te maken. Er zijn schietoefeningen
gehouden, en bruggen gebouwd over de kanalen, (tochten) in de buurt van de dijk,
zodat de eventuele aanval niet over de openbare weg zou plaatsvinden. De ongeveer
400 stoottroepers, die zich op 15 tot 17 april met alle risico van dien hadden
voorbereid om een aanval uit te voeren, en zich ook werkelijk in de buurt verschanst
hadden, waren zeer teleurgesteld dat van hoger hand daarvoor geen toestemming
was gekomen, en ook omdat er geen steun kwam van Geallieerde soldaten en
vliegtuigen. Een aanval zonder hulp zou tot een bloedbad leiden.
Wel vlogen er, (volgens de schrijvende verzetsman) tijdens het graven van de gaten
in de dijk zo af en toe Engelse jagers over het gebied. Geschoten werd er toen ook
vanuit de lucht. Een auto op de Noorderdijkweg, geladen met kunstmest, ging in
vlammen op, en ook enkele vlasschepen in de haven van De Oude Zeug werden
beschoten. De plek waar de Duitsers de dijk ondermijnden bleef echter ongemoeid.
Ene Aaldert Pol trekt in een uitgave van de 'Schoklandreeks' no. 4 de nog
steeds levende versie van de redding van de Noordoostpolder sterk in
twijfel. Beter gezegd, hij verwijst deze naar het rijk der fabelen. Wat is (was)
het geval? De N.O.P. stond al veel eerder dan de Wieringermeer op de Duitse
lijst om geïnundeerd te worden. Al
sedert augustus 1944 waren er gaten
in de dijk gegraven in de buurt van
Lemmer. Wilde Hitier en zijn
trawanten hiermee het verzet in
Nederland een slag toebrengen?
Immers in de wijdse N.O.P. wemelde
het van verzetsmensen en
onderduikers. "Of waren de belangen
van de 'voedselschuur' ondergeschikt
aan die van de oorlogsvoering, nadat
op 6 juni 1944 de invasie in
Normandië een bres had geslagen in
de onoverwinnelijk geachte Atianti-
kwall?", vraagt dhr. Pol zich af in zijn
artikel. Hoe het ook zij, op 17 april
1945, de dag dat de Wieringermeer
ten onder ging en de N.O.P. werd
bevrijd, was de dijk bij Lemmer nog
steeds in tact.
De verkleinde afdruk van de uitgave
van de Schoklandreeks no. 4.
35