Een andere versie Voorbereidingen van de inundatie door de Duitsers wenden tot generaal Eisenhouwer. Hij kreeg te horen dat Montgomery al een streep had gehaald door het Canadese aanvalsplan met betrekking tot West- Nederland, en wat het treffen van een overeenkomst met de Duitsers aanging moesten de regeringen van Engeland en Amerika uitsluitsel geven. De twee vertrouwensmannen kwamen met lege handen terug in de loop van de avond van 16 april 1945. Diezelfde avond viel het besluit om de Wieringermeer te inunderen. Veel Duitse soldaten verlieten die nacht de boerderijen langs de Noorderdijkweg richting Medemblik, terwijl de Wieringermeerbewoners in diepe rust waren. Er wordt door menigeen getwijfeld of het hierboven beschreven topoverleg, met voor Seyss-Inquart negatief resultaat, de reden is voor de inundatie. Het is namelijk generaal Blaskowitz, commandant van het 25e legerkorps in Nederland, geweest, die besefte dat, willen wij het voornemen van Hitier om grote delen van Nederland onder water te zetten uitvoeren, dan moeten wij de baas blijven over het sluizencomplex van de Afsluitdijk bij Den Oever en Kornwerderzand. Bij deze laatste plaats waren de sluizen al eerder, begin april, door de Wehrmacht onklaar gemaakt. Afwatering van het IJsselmeer kon toen alleen nog maar geschieden middels de sluizen bij Den Oever. Deze laatste werden op straffe van vernietiging, gesloten gehouden. Het waterpeil van het IJsselmeer (zomerpeil N.A.P. - 0,20 m.) was op bevel van Blaskowitz vanaf maart '45 hoog gehouden, (N.A.P. 0,15 m.) Met de inundatie van Nederland wilde Hitier de Geallieerden troepen tegenhouden, en met onderwaterzetting van de Wieringermeer wilde Blaskowitz tevens voorkomen dat luchtlandingstroepen zouden kunnen landen om het Duitse leger de pas af te snijden richting het Westen. Er waren ook al eerder andere maatregelen getroffen om luchtlandingen tegen te gaan. De Wehrmacht liet in de polders rond de Wieringermeer daartoe palen aanbrengen, die anderhalve meter boven de grond uitstaken. Boeren en tuinders in de Wieringermeer kregen bevel om hun ruiterstokken gespreid op het land op te zetten. Velen weigerden dit overigens. Plannen tot inundatie van delen van Nederland bestonden al veel eerder en voorbereidingen daartoe waren door de Duitsers al getroffen. Zo was de dijk van de Noordoostpolder al in augustus 1944 nabij Lemmer ondermijnd. Hoe de onderwaterzetting daar werd voorkomen kan u verderop lezen onder het kopje "De fabel van de Poolse redders". Op 10 februari 1945 kreeg de rentmeester, Ir. A. Ovinge, telefonisch een verzoek van een Duitser om tekeningen van de dwarsprofielen van de Wieringermeerdijk af te staan. Deze dijk was zwaarder en anders van opbouw dan de dijk van N.O.P., omdat de dijk Medemblik - Den Oever een zeedijk was, die de krachten van eb en vloed moest doorstaan. Immers, de Afsluitdijk kwam pas in 1932 gereed. De heer Ovinge verzon een smoes en zorgde ervoor, dat de tekeningen veilig verdwenen, en hij instrueerde het personeel. Enkele dagen later meldde Oberleutnant Effner, officier van de Wehrmachtbauleitung, (Technische Compagnie 132) te Alkmaar zich bij een 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 34