HET WAAROM EN HOE VAN DE ONDERWATERZETTING VAN DE WIERINGERMEER OP 17 APRIL 1945 Er bestaan allerlei meningen waarom de Duitse bezetter op 17 april '45 de Wieringermeer heeft geïnundeerd. Was het doorknippen van de hoofdtelefoonlijn van de Duitsers, de z.g. "Flugolijn", die door de kanalen van de Wieringermeer was aangelegd, de aanleiding, zoals oud-PTT-er, J. de Jong, (zie Kroniek nr. 39) ons liet weten? Dat dit gebeuren kwaad bloed zette bij de vijand zal ongetwijfeld waar zijn, maar er zijn plausibeler redenen te vinden voor deze wandaad in het voorjaar van 1945. In de boeken van Dr. L. de Jong over Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog lezen we, dat Hitier, toen hij steeds meer door de Geallieerde legers werd teruggedrongen, dreigde met vernielingen op grote schaal en algehele onder waterzetting van Nederland. Rijkscommissaris Seyss- Inquart weet eind maart 1945 zijn directe superieuren w.o. Gen. Speer, te overtuigen een algehele inundatie niet uit te voeren, want dit zou hongersnood tot gevolg hebben niet alleen voor de Nederlanders maar ook voor het Duitse leger, (120.000 man). Er was hierna geen contact meer mogelijk met Duitsland, daar de Geallieerden in het Oosten optrokken naar het Noorden van Nederland. In de dagen daarna volgt koortsachtig overleg tussen de leden van het College van Vertrouwensmannen, (o.a. R. Cleveringa, J. Cramer, W. Drees, J. v.d. Gaag en L. Neher), met Seyss-Inquart c.s. Tijdens een gesprek op de avond van de 12e april '45 wordt door Seyss-Inquart een dringend verzoek gedaan om de Nederlandse regering in Londen over te halen tot het stoppen van de opmars van de Geallieerden, en het onmiddellijk zenden van voedselschepen naar Rotterdam, (Er dreigde muiterij te ontstaan onder de Duitse manschappen). In de middag van de 13e april worden de vertrouwensmannen V.d. Gaag en Neher ontboden en krijgen instructies van Seyss-Inquart. In de nacht van 14 op 15 april moeten zij de Rijkscommissaris antwoorden. V.d. Gaag en Neher leggen de volgende dag contact met Prins Bernhard, Mininster-President Gerbrandy en J. E. de Quay en overleggen later met de Ministerraad te Londen. De Prins besloot zich ten spoedigste met het verzoek van de bezetter te De dijkgaten vanuit de polder gezien. Links de boerderij van H. Vaandrager. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 33