KO VERHULST EVACUEERDE MEE NAAR DE DIJK Op 17 april 1945 was hij aan het werk op het land van zijn aanstaande schoonvader Postma aan de Noorderdijkweg, zo'n V/2 km vanaf de plek waar de Duitsers op die dag de Wieringermeerdijk opbliezen. We hebben het hier over de toen 25-jarige Ko Verhulst, geboren in Biezelinge (Zuid- Beveland), waar zijn vader in de vlashandel zat. Verhulst sr. deed zaken tot in België en Noord-Frankrijk. Die klanten werden aanvankelijk bezocht op de fiets. Zoon Ko behaalde op z'n achttiende zijn rijbewijs, en werd vanaf die tijd de particuliere chauffeur van zijn vader. Deze 'functie' hield de jonge Ko buiten de militaire dienst. Hij zou worden ingedeeld bij de Marinekustwacht te Julianadorp. Het eerste contact met de Wieringermeer was in 1939 ook dankzij de vlashandel. Ko, die in de voetsporen van zijn vader trad ging inwonen bij zijn oudere broer in Twisk en onderhield vandaar de relaties met de vlastelers in de nog jonge polder. Hierbij kwam Ko ook in contact met Postma aan de Noorderdijkweg, en ook met diens dochter Janke, met wie hij later trouwde en nu nog samenwoont in Wieringerwerf. De dagen voor de onderwaterzetting aan de Noorderdijkweg Het gerucht, dat de Duitsers duistere plannen hadden met de Wieringer meerdijk was al langere tijd bij de meeste polderbewoners bekend. Weken vöör de fatale dag zag Ko zo af en toe 'Duitse' bedrijvigheid op en rond de dijk. Hij weet nog goed, dat er in die weken een groep Duitse soldaten was ingekwartierd in de boerderij van pachter P. Bierma, vlakbij de activiteiten op de dijk. "Dat waren geen fanatiekelingen", herinnert Ko zich. Zo rond 9 april werd deze groep vervangen door een ander peleton soldaten met een commandant van de hardere lijn. In de nacht van de 14e op de 15e april kwamen er collaborateurs en NSB'ers uit Friesland en Groningen de Afsluitdijk over. Zij eisten verblijfsruimte in de boerderijen langs de Noorderdijkweg. "Die mensen waren 'ontiegelijk' vermoeid. Veel aandacht hebben we aan hen niet besteed. Ze hadden bovendien niet zo veel praatjes nu de Duitsers aan de verliezende hand waren", weet Ko nog. De nacht erop kwamen Duitse troepen de Afsluitdijk over. Toen ze bij de boerderijen aankwamen, zo rond 03.00 uur, stuurden ze de collaborateurs de schuren uit, en ze kropen er zelf in." Dat was voorzover ik weet bij de boeren Veenman, Van Oosten en Postma". Tot de middag van de 16e april bleven die vermoeide Duitsers in die landbouwschuren onder zeil. In de loop van de nacht van 16 op 17 april zijn die Duitse soldaten - eerder gewaarschuwd dan wij - allemaal vertrokken richting Medemblik. Een Duitse commandant zei nog tegen ons: "Let goed op je spullen, want ze hebben tegenwoordig allemaal kromme vingers!". "Dat laatste was mij al opgevallen", zegt Ko nu, "want een van hen had mijn fiets al gejat. Die heb ik overigens gewoon weer teruggejat". Op 17 april om 6 uur 's morgens kregen we te horen dat de dijk over zo'n zes uur zou worden opgeblazen. Dat zou dus zijn zo rond 12.00 uur 's middags. En dat gebeurde ook prompt. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2005 | | pagina 21