Afscheid van Ir. Smeding Uit de bevolking van de Wieringermeer waren aanvankelijk zo af en toe, maar later veelvuldig protesten te horen tegen alle regelingen die werden getroffen bij ons, over ons en zonder ons', en allengs maakten men bezwaar tegen het feit dat de Bestuurscommissie op ondemocratische wijze was/werd samengesteld. (De in de jaren 1932-1934 in de polder gevormde dorpscommissies hadden totaal geen invloed op de kolonisatie van de Wieringermeer. Na negen vergaderingen werden deze commissies danook opgeheven.) Smeding stelde tegenover al deze protesten dat de Wieringermeerbevolking op dat moment nog niet de juiste samenstelling had en dat het saamhorigheidsgevoel nog onvoldoende was ontwikkeld in de polder in opbouw. (De helft van het aantal boerderijen, bijvoorbeeld, was nog niet uitgegeven.) In april 1939 onderschreef de Bestuurscommissie het advies van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om op 1 januari 1941 een gemeente Wieringermeer in te stellen. In diezelfde maand (april '39) deelde Ir. Smeding mee dat hij per 1 januari 1941 met zijn Dienst naar de tweede droog te leggen polder (De Noordoostelijke polder) zou verhuizen. Zijn werkterrein zou zich verplaatsen van Alkmaar naar Zwolle. De Wieringermeer werd echter pas op 1 juli 1941 officieel een zelfstandige gemeente. De rijkseigendommen gingen over in gemeentehanden. De eerste burgemeester van de Wieringermeer werd de heer G. G. Loggers, die tot dan burgemeester was van de gemeente Barsingerhorn. Op 30 september 1941 nam de Wieringermeer bevolking in de grote beurszaal te Middenmeer afscheid van Ir. Smeding, die bijna 12 jaar leiding had gegeven aan de wording en opbouw van de Wieringermeer. Smeding wenste bij dit afscheid geen persoonlijke cadeaus, maar gaf in overweging om in Wieringerwerf een gedenkteken te plaatsen dat een symbool zou moeten zijn van de erkentelijkheid voor wat de directie (dus onpersoonlijk) had gedaan voor de opbouw van de Wieringermeer. Aldus geschiedde. Aan de directie werd door de Wieringermeerbevolking het standbeeld van "De Maaier" aangeboden. Een prijsvraag werd uitgeschreven voor een passend opschrift. Dat werd de inmiddels overbekende spreuk: "Hier werd een toekomst geboren,bouwt voort". Op de dag van het afscheid van de Wieringermeerdirectie kon het beeld van "De Maaier" slechts in een gipsmodel worden aangeboden. De Haarlemse beeldhouwer Theo van Rijn kon het beeld uiteraard niet in twee maanden realiseren. Het beeld was pas klaar in 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2004 | | pagina 38