Burgemeester, Rentmeester en Dijkgraaf Smeding
Toen de Wieringermeer net droog begon te vallen (1930) werd er al veel
gesproken en geschreven over de te vormen beheers- en
bestuursorganisatie van de Wieringermeer. Toen deze polder droogviel was
men het daar op regeringsniveau nog niet over eens. De daarom ingestelde
Wieringermeerdirectie was dus eigenlijk een noodoplossing. Het was pas op
31 mei 1937 zover dat het bestuur en het beheer van de nieuwe polder
wettelijk geregeld was. Een Openbaar Lichaam werd bij Wet in het leven
geroepen. De taak van het Openbaar Lichaam was vierledig:
- leiden en uitvoeren van de verdere inpolderingsarbeid, (ontginning,
exploitatie, bewoning en verkeer);
- het beheren van de gronden, die staatseigendom bleven;
- het beheren van de waterstaatsbelangen van de Wieringermeer;
het treffen van gemeentelijke voorzieningen die bij een normaal
gemeentebestuur hoorden.
De eerste drie taken vormden de zogenaamde Rijkstaak, en werd
opgedragen aan een raad en een directie. De vierde taak de zogenaamde
Bestuurstaak werd toevertrouwd aan een bestuurscommissie.
Ir. Smeding werd per 1 januari 1938 benoemd tot voorzitter van de
Bestuurscommissie en was tevens het enige directielid van de
Wieringermeerdirectie. Het hoeft geen betoog dat Smeding in die tijd 'de
machtigste man' was in de Wieringermeer. Hij was, zou je kunnen zeggen,
burgemeester, rentmeester en dijkgraaf tegelijk.
Ir. Smeding, die als voorzitter van de Bestuurscommissie een voor hem
onbekend terrein betrad leerde op dit gebied veel van de twee leden van
het toenmalige dagelijks bestuur, t.w. P.Ch.J. Peters, burgemeester van
Medemblik, en van 'mijn vriend' A.C. de Graaf. Smeding, die eerder alleen
besloten directievergaderingen kende, hield niet zo van het openbaar zijn,
(pers en publiek), van de vergaderingen van de Bestuurscommissie. Hij
ging het liefst zijn eigen gang, en alle verantwoorde-lijkheid moest maar aan
hem worden overgelaten, dan kwam het allemaal wel voor elkaar.
Installatie van de Bestuurscommissie van het Openbaar Lichaam 'De Wieringermeer'
op 3 januari 1938.Achter de tafel: A.C. de Graaf, P.Ch.J. Peters en secr. A. Blaauboer.
Smeding spreekt de installatierede uit.
35