doordat de overheid vervroegde vervanging aankondigde. Anna moest op eigen houtje improviseren en geholpen door een betrouwbare politieagent, die voor een permanente bewaking van de gegevens aanwezig was, werden 13000 oproepen voor een zg. 2e stamkaart in de fietstassen geladen. De politieagent zonderde zich vervolgens langdurig wegens ongemak op het toilet af, om zich op die manier een alibi te verschaffen. En weg was Anna, naar de boerderij waar ze voorlopig zou onderduiken. Onderweg kreeg ze ook nog een lekke band zodat ze nog een heel eind moest lopen. Wieringen en Wieringermeer waren in rep en roer! Huize Geusebroek werd van boven tot onder doorzocht onder de hoogstpersoonlijke leiding van NSB- burgemeester Van Diemen. Het gezin werd gearresteerd en onder politiebegeleiding naar de openbare school op het Hoekje gebracht voor diverse verhoren. In de Wieringermeer werden distributiechef Kooiman en zwager Henk Smit opgepakt. Die zaten 3 dagen letterlijk op water en brood. Anna dook onder de planken vloer van een boerenschuur, waar ze drie dagen doorbracht in gezelschap van ratten en 13000 stamkaarten. En enige tijd met een dominee die haar moed kwam inspreken. Toen de razziastorm was geluwd werd ze door de ondergrondse de provincie uitgeloodst. Twee jaar lang meende haar familie dat ze in Gelderland zat. Een paar keer vonden ze een anoniem briefje op de mat, waarin ze het handschrift van hun dochter herkenden. Die was overigens in Friesland ondergebracht, waar ze met valse papieren als Jo van Dam door het leven ging. Ze was er als zg. bleekneusje gekomen. De bleekneusjes waren ondervoede stadskinderen die naar het platteland werden gestuurd om aan te sterken. Ze heeft nog verschillende keren moeten verkassen. Zo zat ze enige tijd bij de koekfabrikant Hellema. Maar veilig was ze ook daar niet. Tot in Friesland werd ze op de hielen gezeten. Al bij de huiszoeking was de familie Geusebroek onaangenaam verrast dat de politie steeds maar zocht naar een rieten koffer. In een rieten koffer hadden ze Anna's kleren gepakt en 's avonds in de tuin verdekt opgesteld, zodat het verzet het 's nachts kon weghalen. Hoe kon de politie hiervan op de hoogte zijn? Een lek? En hoe wisten ze dat ze Anna in Friesland moesten zoeken? Het was een angstige, onzekere tijd. Op Zandburen kwamen mensen aan de deur om naar Anna te vragen. Was dat uit medeleven of iets anders? Wie kon je vertrouwen? Maar Anna overleefde 2 jaar in anonimiteit. Direct na de capitulatie werd ze door collega Kooiman naar Wieringen teruggehaald in een door de Binnenlandse Strijdkrachten gevorderde auto, met speciale benzinebonnen. Voor de tocht over de Afsluitdijk was speciale toestemming nodig van de Canadezen, die gebruikten de dijk voor afvoer van de verslagen Duitse troepen. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2004 | | pagina 17