UIT DE DRIEMAANDELIJKSCHE BERICHTEN
BETREFFENDE DE ZUIDERZEEWERKEN
Het Driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken was een
officiële uitgave van het Ministerie van Waterstaat. Het bericht bleek in een
grote informatiebehoefte te voorzien. Velen wilden weten hoe het met de
vorderingen van het machtige Zuiderzeeproject stond.
Deze keer enkele mededelingen uit de Driemaandelijkse berichten van 1931.
Januari 1931
- Bij beschikking van den Minister van Waterstaat, dd. 15 Januari 1931,
werd voor 1931 tot Voorzitter van de Directie aangewezen Ir. S. Smeding.
- In de herfst van 1930 was op een paar kavels van de eerst drooggevallen
zandige gronden reeds een beduidende onkruidvegetatie tot ontwikkeling
gekomen. Ook op groote afstand van het oude land zijn reeds tal van
zoutplanten aangetroffen. Aan de Nederlandsch Botanische Vereeniging zal
gelegenheid worden gegeven een stelselmatig onderzoek in te stellen naar
de ontwikkeling en verbreiding van de natuurlijke plantengroei in de
Wieringermeer. Hiertoe zullen verschillende waarnemingsterreinen worden
uitgezocht.
April 1931
- Tengevolge van de vele regens werd de bodemgesteldheid van dien aard,
dat de greppel- en draineerploeginstallaties van Prof. Visser in het
afgelopen kwartaal niet konden werken. De greppelploeginstallatie van
Dijk-Mac Laren werd overgenomen na beëindiging van de proefperiode,
waarin aan de gestelde garanties naar behooren was voldaan. De
verspreidingsinstallatie bleek niet te voldoen en werd door den leverancier
teruggenomen.
- Ten behoeve van het inzaaien werd een aantal rupstrekkers aangeschaft.
Alle trekkers zijn uitgerust met dubbele rupsen en voorzien van houten
schoenen, waardoor de bodemdruk slechts ongeveer 0,2 KG per vierkante
centimeter bedraagt. Wieltrekkers blijken voorlopig in den polder nog geen
behoorlijk werk te kunnen verrichten.
- De aanleg van rijwielpaden geschiedt thans hoofdzakelijk met
slakkenzand, hetwelk betrokken wordt van de Hoogovens te Velsen. Voor
het inwalsen wordt gebruik gemaakt van een Fordson met dubbele wielen,
zonder klauwen, terwijl het afwerken geschiedt met behulp van een
tweetal lichte motorwalsjes.
(Wi j hebben de spelling uit die tijd overgenomen. Red.)
38