De gevonden bijlen van de bekervolken vertegenwoordigen voorts nog twee typen: de vlakke, in een steel geklemde bijlen, en die met een cilindrisch geboord steelgat, waar een steel in werd vastgezet. Het moet wel zo zijn geweest dat in die jonge steentijd menselijke aanwezigheid op de oude zeekleigronden van dit toch vrij laag gelegen landschap mogelijk was. Het bewijst nog eens extra dat er toen dus inderdaad sprake geweest moet zijn van een veel lagere stand van het zeewaterniveau. Te meer daar niet alleen de hoge gronden van Texel en Wieringen, maar ook de nabij gelegen veel lagere gebieden bewoners hadden aangetrokken. Het spreekt vanzelf dat de oudheidkundigen die zich speciaal interesseren voor vroegere bewoning van en in de vroegere Zuiderzee, bijzondere belangstelling hebben voor deze vondst. Immers talrijk zijn de vondsten uit deze steentijd in het Westen van Nederland allerminst. Het zal de lezer duidelijk zijn dat men over vele gegevens moet beschikken om een juist beeld te kunnen verkrijgen van de opbouw van het landschap en de bewoningsgeschiedenis daarvan; vele vondsten zullen nodig zijn om het ganse relaas van de ontwikkeling van deze bewoning in Westelijk Nederland te verduidelijken, zodat elke bijdrage van uiterst groot belang geacht kan worden. De wetenschap is iedere vinder dan ook dankbaar. Moge het tevens een stimulans zijn voor anderen in de Wieringermeer, die oudheidkundige vondsten in hun bezit hebben, deze te melden bij de Rentmeester der Domeinen, die gaarne voor het nadere contact met de geïnteresseerde oudheidkundigen van het ROB zorgt. Mocht u in het bezit zijn of komen van historisch waardevolle vondsten in de Wieringermeer, dan zouden wij het zeer op prijs stellen als u dit meldt aan de Archiefcommissie van ons Genootschap. Dan te benaderen: mevr. W. Maris te Middenmeer, tel. 0227-502482. (De redactie). TROPISCHE SCHELPEN IN DE WIERINGERMEER Artikel uit de Wieringermeerbode van juli 1954 van de hand van D. van der Giessen. Bij het diepspitten aan de Slootweg op kavel E 1 werd kortgeleden een vrij groot aantal typisch gevormde schelpen gevonden, die ook Wieringer vissers nooit eerder gezien hadden. De gedachte werd zodoende gewekt hier met een zeldzame soort te doen te hebben. Na onderzoek bleek deze soort de tropische zgn. geldkaurie te zijn oftewel Pustularia (Monetaria) moneta (L). Mensen die in Indonesië geweest zijn zullen daar misschien dergelijke scheipen gezien hebben. De huisjes, (het is eigenlijk een slak), werden nog bij verschillende stammen als geld gebruikt en vaak in lange snoeren om hals en ledematen als versiering en tevens bewijs van welstand, mee rondgedragen. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2004 | | pagina 38