bij goed conserveringswerk wei weer uit te voorschijn za! komen. De jufferblokjes hebben nog iets te vertellen van de "tuigage", ook ai is de mast al meer dan 300 jaar geleden naar de kust gedreven. Het anker was niet uitgegooid en niet verspeeld op de catastrofale dag toen het misschien zo stormde dat het scheepje lek sloeg of wel dwarszee kwam te liggen. Neen het ankertje met zijn houtenstok verwijlde nog in het achterschip als weleer. Dat houten stokje zal nog heel wat zorgen vragen aleer het voldoende geconserveerd is net als die fraaie, gedraaide houten kraan en de geheel complete houten pomp, die nog aan bakboordzijde stond. Neen, dan is zo'n mooi uitgewerkte koperen kraan heel wat gemakkelijker. En nu het scheepje zelf. Het heeft zwaar slagzij gemaakt en zijn gehele stuurboord is weggerukt. En daardoor is heel de scheepsinventaris aan bakboord geschoven. Het was ook maar een klein, lichtgebouwd vaartuigje voor de zo ruwe Zuiderzee. Het heeft daarbij ook z'n voorsteven verspeeld. Bij de achter- steven zit in het grondprofiel een verdacht graverijtje; de mogelijkheid bestaat dat er vóór de inundatie daar wel eens eerder iemand aan het "onderzoeken" is geweest. Maar er is aan het gave bakboord en het scheefweggezakte vlak, aan het op knieën rustende gangboord genoeg over om een goede reconstructie mogelijk te maken. Daartoe is het geheel op schaal getekend. Maar wie zal zeggen hoe deze kleine scheepjes bij onze 17de-eeuwse voorouders heetten? Punters, "pinkies"? Zij tekenden nauwelijks hun grote schepen van koopvaart, laat staan de elf meter lange schuitjes ter visserij. Vandaar dat we er zo weinig van weten. Om die leemte in onze scheepsbouwkundige kennis wat aan te vullen worden de schepen van de voormalige Zuiderzee, die vergeten in de bodem achterbleven opgegraven, getekend en gefotografeerd. En de schipper zal er nooit over gedacht hebben als hij koerste naar verre einden over de grijze zee, dat eens zijn potten en pannen van belang konden zijn voor de kennis van de aardewerkchronologie, een kleine, maar belangrijke schakel in de lange keten van de cultuurgeschiedenis der lage landen.... ook al lagen zij voor een deel sinds de late Middeleeuwen onder de zee. Misschien durft de dennenappel nog eens het weer voorspellen door zijn schubben te openen in deze schone herfst na meer dan 325 jaar vochtigheid! Gezien het drukke bezoek van toeristen aan de Wieringermeer, zou het misschien overweging kunnen verdienen hier eens een expositie in te richten van voorwerpen e.d. die betrekking hebben op de geschiedenis van de Wieringermeer. Misschien iets voor onze plaatselijke V.V.V.? De in de laatste alinea voorgestelde overweging is ruim veertig jaar later door het Genootschap voor de geschiedenis van Wieringermeer opgepakt. (De redactie). 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2004 | | pagina 36