ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN
IN DE WIERINGERMEER
Archeologisch onderzoek in de Wieringermeer
door Ina Hoogenbosch - Glas.
Om een verzamelboekje te maken ben ik geruime tijd op zoek naar
verschillende vondsten in de Wieringermeer. Dit naar aanleiding van de
cursussen "Ongehoorde verhalen", die Wil Datema verzorgde in het
Genootschapshuis. Als kind boeide een glazen vitrine in het gemeentehuis
met gevonden historische voorwerpen mij. Wie en wat leefde hier en
hoelang terug?
Door te zoeken in diverse archieven kwam ik er al snel achter dat hier in
onze regio in de steentijd al leven was. De hunebedbouwers zijn hier
geweest. Op het land van de fam. Maris kwam de Rijksdienst voor het
Oudheidkundig Bodemonderzoek, (het ROB), met bewijzen van
overblijfselen van een nederzetting.
Verder zoekend kwam ik er achter dat het hier ooit een toendralandschap is
geweest met mammoeten! In die tijd kon je van Friesland doorlopen naar
Engeland!. De Rijn liep door tot in de Theems. Het landschap veranderde
verschillende keren. Het gaat hierbij niet om een paar jaren, nee, het gaat
om eeuwen, duizenden jaren. Stormvloeden waren er met grote regelmaat.
Deze deden het landschap
verschillende keren veranderen.
Diverse ijstijden hebben we gekend.
Het klimaat is hier zelfs subtropisch
geweest. Dit vind je allemaal terug
in bepaalde vondsten van
bijzondere schelpen, fossiele varens
en de diverse grondsoorten.
Een heel woud is er geweest, het
Creilerwoud. Dit strekte zich uit
vanaf de Wadden tot aan zelfs
Wassenaar. Men vond na de
drooglegging op het land vaak dikke
boomstammen, die weer werden
gebruikt als brandstof. Dit laatste
was toen erg schaars. Men besefte
niet dat het hierbij ging om heel
oude bomen met een geschiedenis.
Het land is in de ijstijd overdekt geweest met enorme ijslagen. Later, toen
dit ijs smolt, vond men (heel vaak enorme) keien in de vroegere morenen,
ophoping van bergpuin langs de gletsjers). Ook hier in de polder ligt een
strook met keien. Menige boer heeft zijn machines erop kapot gewerkt. Vele
tuintjes zijn versierd met de kleinste soort.
In Wieringermeer gevonden
kannen en kruiken.
30