SPORTEN EN SPORTERS
IN DE WIERINGERMEER
1. SPORTVERENIGINGEN IN DE
WIERINGERMEER DOOR DE JAREN HEEN
Sport en spel als ontspanning in het begin.
Kort nadat op 21 augustus 1930 de Wieringermeer was drooggevallen begon
men met het in cultuur brengen van de nog maagdelijke zeebodem. Uit alle
hoeken van het land meldden zich grondwerkers aan voor het graven van
sloten en greppels. Deze cultuurarbeidèrs gingen voor dit zware werk om
enig inkomen te verwerven in de toen heersende crisistijd. De arbeiders
werden gehuisvest in kampen, (barakken), nabij Sluis I, (Slootdorp), De
Oude Zeug, Kolhorn en Sluis III, (Middenmeer), of woonden in bij
particulieren.
In de avonduren werd door de cultuurpioniers na een zware en lange
werkdag op verschillende manieren ontspanning gezocht.In de kantine
werden daartoe regelmatig films vertoond, of soms een toneel- of
cabaretvoorstelling over het voetlicht gebracht. Ook werd er veel gekaart,
gedamd, geschaakt en gesjoeld. Ieder kamp had ook zijn eigen
voetbalvermaak. Al gauw werden er onderlinge voetbalwedstrijden tussen
de diverse kampen georganiseerd. Dit ging er in het begin nogal provisorisch
aan toe. Twee forse ruiterstokken en een touw als 'bovenlat' deden dienst
als doel. Aanvankelijk kon je ook niet spreken van 'een mooie groene
grasmat'. Wel is het zeker dat hier voor het eerst sprake was van
In de wetenschap dat wij onmogelijk volledig zullen zijn proberen wij in dit
artikel een beschrijving te geven van de sportbeoefening in de
Wieringermeer door de jaren heen. Daarna besteden we meer of minder
uitgebreid aandacht aan Wieringermeerders, die tot opzienbarende
prestaties kwamen in hun tak van sport.
Het onmogelijk volledig zullen zijn" heeft te maken met het grote aantal
sportclubs dat de Wieringermeer kent, of heeft gekend. Er zijn in onze
polder zoveel verenigingen geweest, waardoor je wel eens de uitspraak
hoort: In de beginjaren telde de Wieringermeer meer verenigingen dan
inwoners!" Dit laatste had alles te maken met de scheidslijnen die tot ver in
de zestiger jaren van de vorige eeuw bestonden tussen de verschillende
gezindten, maar ook met de beperkte mobiliteit van destijds, waardoor ieder
dorp z'n eigen clubs oprichtte. Daarbij werd het soms bepaald door de
herkomst van de pioniers. De kaatssport werd bijvoorbeeld alleen door uit
Friesland afkomstige bewoners beoefend.
Om een indruk te geven van het grote aantal verenigingen kunnen we
melden dat in de vijftiger jaren de Wieringermeer, hoewel geen
sportverenigingen, negen Landarbeidersverenigingen telde. In elk dorp drie:
een protestant christelijke, een rooms katholieke en een neutrale
vereniging. Die driedeling komen we ook tegen op het terrein van de
sportbeoefening. Toen de verzuiling haar scherpe kantjes verloor kwam het
hier en daar tot een fusie van verenigingen. In andere gevallen dwong een
terugloop in ledenaantal tot fuseren met een zustervereniging.
10