Juli Op 1 juli 1930 bedroeg het drooggevallen gedeelte van de nieuwe polder al ruim 7000 hectare. De drooggevallen gedeelten bevinden zich vooral in het noorden en westen van de polder. De waterstand in de Wieringermeer is reeds gedaald tot 3,25 meter beneden NAP. Met het oog op een goede ontwatering der drooggevallen gedeelten is het gewenscht een spoedige aanvang te maken met het graven van slooten. Daar het hier een zeer groot grondverzet betreft (ruim 4.000.000 M3) is het van belang na te gaan op welke wijze dit het voordeeligst kan geschieden. In verband daarmede zijn onderhandelingen gevoerd om door het voorloopig op betrekkelijk beperkte schaal te werk te stellen van verschillende soorten graafmachines, alsook van ploegen grondwerkers de meest economische wijze van uitvoering van dit grondverzet vast te stellen. Oktober Op 21 augustus 1930 werd, nadat de bemaling ruim 6 maanden was voortgezet, het peil van 5 meter beneden NAP bereikt in de drie diepst gelegen polderafdeelingen, terwijl het afmalen van de 1ste polderafdeeling al op den 30sten juli was gestaakt. Bij het verkregen peil lag het maaiveld van den geheelen polder droog, zoodat hierbij de periode van het droogmalen als afgesloten mocht worden beschouwd. In totaal werd door de beide gemalen in de periode van droogmalen ruim 600.000.000 M3 water uitgeslagen. De Dienst voor het in cultuur brengen van de Wieringermeer ving op de beschikbaar gekomen gronden zijne werkzaamheden aan. Voor het onderdakbrengen van de arbeiders, wier gezin elders blijft wonen, werden een vijftal arbeiderskampen gebouwd. Elk kamp biedt ruimte aan 96 man en het gezin van den kok-beheerder. Deze kampen zijn geplaatst in den Wieringermeerpolder bij De Haukes, Nieuwe Sluis, Kolhorn, Aartswoud en nabij Sluis I, op de scheiding van de 1ste en 2de polderafdeeling. De arbeiders worden uit de plattelandswerkloosheidscentra door bemiddeling van den Rijksdienst van de Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling betrokken. Behalve deze arbeiders zijn nog een vrij groot aantal arbeiders uit de omgeving van den polder tewerkgesteld, zoodat 1 oktober in totaal met ongeveer 600 man werd gewerkt. Er werd een aanvang gemaakt met den aanleg van rijwielpaden. Deze krijgen eene eenvoudige verharding van kleischelpen, welke met een lichte motorwals worden ingewalst. Het gewicht van den motorwals van 500 kg is door watervulling opgevoerd tot 800 kg. 38

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2004 | | pagina 40