UIT DE DRIEMAANDELIJKSCHi BERICHTEN
BETREFFENDE DE ZUIDERZEEWERKEN
Het Driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken was een
officiële uitgave van het Ministerie van waterstaat. De Dienst der
Zuiderzeewerken was doordrongen van de noodzaak van een goede
voorlichting over de voortgang van het Zuiderzeeproject.
Het bericht bleek in een grote informatiebehoefte te voorzien. Velen wilden
weten hoe het met de vorderingen van het machtige Zuiderzeeproject stond.
De vraag van topambtenaren, leden van Provinciale Staten en
wetenschappelijke instituten naar het bericht groeide snel. ZZW negeerde
de grote problemen bij de aanleg van de zeedijken op het Balgzand, van
vertraging werd nauwelijks gesproken. Ook zijn in de berichten geen
uitspraken te vinden met een politiek gevoelige lading.
Deze keer enkele mededelingen uit de Driemaandelijkse berichten 1930-
1931. (Wij namen de spelling vanuit die tijd over.)
Januari 1930
De volgens bestek no. 46 ZW uit te voeren schutsluis bewesten Medemblik
werd geheel voltooid opgeleverd. De door den Spoorwegdienst uit te voeren
werken, welke het leiden van den spoorweg door middel van een
beweegbare brug over het bovensluishoofd beoogen, zijn nog in uitvoering.
April
Bij de officiële ïnbedrijfstelling der bemaling van de Wieringermeer op 10
februari 1930 werd door den Minister van Waterstaat aan het gemaal te
Medemblik gegeven de naam "Lely". Dit ter herinnering aan de uitnemende
verdiensten van Dr. Ir. C. Lely voor de afsluiting en droogmaking der
Zuiderzee. Tegelijkertijd werd aan het gemaal te Den Oever gegeven de
naam "Leemans", ter herinnering aan den belangrijken arbeid van ir. W.F.
Leemans.
In de eerste periode van het droogmalen kunnen de pompen der gemalen,
in verband met hunne geringe opvoerhoogte, belangrijk grootere
hoeveelheden uitslaan, dan hunne normale opbrengst. Teneinde hiervan
zooveel mogelijk partij te trekken zijn de pompen van speciale waaiers
voorzien, welke tijdens het droogmalen een economisch bedrijf bij het
uitslaan van groote waterhoeveelheden mogelijk maken en welke door de
definitieve waaiers vervangen zullen worden, wanneer de opvoerhoogte
meer de normalen nabijkomt.
37