DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH
Dinsdag 14 oktober 2003 zal de geschiedenis ingaan als een historische
datum voor de Wieringermeer. Op de avond van die dag besloot de
meerderheid van de gemeenteraad voor een fusie tussen de gemeenten
Wieringermeer en Medemblik per 1 januari 2006.
Voordat we ingaan op de consequenties van deze belangrijke beslissing voor
ons Historisch Genootschap is het wel aardig om terug te gaan naar de
beginjaren na de drooglegging van de Wieringermeerpolder in 1930.
Al in 1926 en 1928 had de Rijksoverheid bij Wet besloten dat het
grondgebied van de nieuwe polder'De Wieringermeer' voorlopig zou worden
ingedeeld bij de vijf omliggende gemeenten. Ongeveer tweederde kwam bij
Medemblik en ongeveer éénderde bij Wieringen, een paar stroken langs de
oude Noordhollandse kust zouden worden ingedeeld bij de gemeenten
Winkel, Barsingerhorn en Anna Paulowna. De gemeentegrens tussen
Medemblik en Wieringen liep dwars door het dorp Wieringerwerf en
verdeelde ook Slootdorp in tweeën. Dit laatste was nogal lastig voor o.a.
bakkers, slagers, kruideniers en groenteboeren. Omdat voor de gemeente
Medemblik een ventverbod gold, en voor Wieringen niet, moest een
middenstander, om de klanten aan de overzijde van een bepaalde straat te
bedienen, een ventvergunning halen op het gemeentehuis te Medemblik.
De nieuwe bewoners werden ingeschreven in het bevolkingsregister van
betreffende gemeente. Ook werden huwelijken voltrokken in het
desbetreffende gemeentehuis. De inwoners van de Wieringermeer konden
aan verkiezingen deelnemen en zich kandidaat stellen voor de
gemeenteraad van de gemeente waartoe hun woongebied behoorde.
De taak van de randgemeenten beperkte zich overigens vooral tot een
administratieve aangelegenheid. De eigenlijke gemeentelijke taken werden
verzorgd door de Wieringermeerdirectie. Deze Directie was o.a.
verantwoordelijk voor de inrichting van de dorpen, de onderwijs
voorzieningen, de wegenaanleg, de straatverlichting, de reinigingsdienst, de
brandweer en de politie.
M.i.v. 1 januari 1938 werd Het Openbaar Lichaam "De Wieringermeer"
ingesteld. Haar werd de leiding en de uitvoering van het verdere
inpolderingswerk opgedragen. Het kreeg het beheer over de
staatseigendommen, het moest voorzieningen treffen ter behartiging van de
waterstaatsbelangen, en het treffen van gemeentelijke voorzieningen. Met
de verzorging van de gemeentelijke belangen werd een Bestuurscommissie
belast, waarin ook Wieringermeerbewoners zitting kregen. Voorzitter van
deze Commissie werd Ir. S. Smeding, hoofd van de Directie Wieringermeer,
(Gemeente-) secretaris werd de landbouwer A. Blaauboer, en naast de
agrariër, de heer A.C. de Graaf maakte ook de burgemeester van Medemblik,
de heer P.C.J. Peters, deel uit van de Bestuurscommissie.