Aan de harmonie in het gezin kwam plotseling een einde toen haar moeder overleed. Bola was toen 10 jaar. Haar oma nam de dagelijkse zorg voor het gezin op zich. Dit ging prima, totdat haar vader vanwege het verlies van zijn vrouw aan de drank raakte. Dit liep zo erg uit de hand dat de kinderen werden ondergebracht bij diverse familieleden. Bola kwam terecht bij een zuster van haar moeder. Door die tante werd zij weinig liefdevol opgevoed. Nadat Bola vier jaar gymnasium had doorlopen wilde de tante plots niet meer betalen voor die school. "Bola moest maar gaan werken, of een vak leren!" Zo kwam ze terecht bij de zusters voor naai- en huishoudlessen. Daar bij de nonnen heerste een streng regime. "Ik zat meer in de kerk dan thuis", herinnert Bola zich. Wanneer Bola het niet langer kan uithouden bij haar tante en de zusters loopt ze weg en gaat naar haar broer, die een banketbakkerij heeft in een andere plaats. Bij hem gaat ze helpen in de bakkerij en serveert op het terras voor de bakkerij koffie en thee met koek of gebak voor de meestal vaste klanten. Afgevoerd naar Dresden In 1939, als de Duitsers al eerder Polen zijn binnengevallen wordt Bola van straat opgepakt en met andere lotgenoten afgevoerd naar de Duitse stad Dresden voor de Abeidseinsatz. Ze wordt daar te werk gesteld in een munitiefabriek en ondergebracht in een kamp, waar ze in totaal vier jaren verblijft. Het is eentonig en zwaar werk in die fabriek, er wordt gewerkt in dagploegen van 06.00 - 18.00 uur en nachtploegen van 18.00 - 06.00 uur. Het eten in het kamp is slecht, (na de bevrijding in 1944 weegt Bola nog maar 93 pond.), en ze krijgen een schamel zakcentje om daarvoor in de stad een jurk of Holzschuhen, (klompen) te kopen. Dat 'winkelen' gebeurde Polizei. Propaganda Het kerst- en paasfeest werd in het werkkamp in Dresden door de vele katholieke Polen zo mogelijk gevierd. Het werd door de Duitsers zelfs gestimuleerd. Er werden dan door hen foto's van gemaakt, die dienden als propaganda: "Zie eens hoe goed en gezellig ze het hebben bij ons, Duitsers". Tijdens het Kerstfeest in 1943 ontmoet Bola in het kamp de Nederlander Catrinus Huizinga, die als schilder ook in Dresden werkte in de Zeissiconfabriek. Hij was als 19-jarige in Marssum, vlakbij Leeuwarden, opgepakt en afgevoerd naar Duitsland. immer onder begeleiding van die De 19-jarige B. Sedecka poserend op een plein in Dresden, 1943. 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2003 | | pagina 31