De onderwaterzetting
Weer thuis
Vanaf 1943 kwam er in de Wieringermeer, op last van
de voedselcommissaris, de heer D. Stompedissel,
een rayon verdeling voor loonwerkers. Zuidema
kreeg o.a. de Ulkeweg, de Molenweg,
de Oudelanderweg en de Nieuwalmers-
dorperweg toebedeeld.
"Na de oorlog hield je daar trouwe klanten van over",
weet Ewold nog.
Op 17 april 1945, toen vanwege de onderwaterzetting iedereen de polder moest verlaten, naam
ieder personeelslid van loonbedrijf Zuide- ma een dorskast mee. Later bleef er EEn dorskast
zoek. Naderhand bleek dat die knecht met die dorskast voor zichzelf was begonnen.
Het gezin Zuidema evacueerde met een boot van Kugel, een schip van 100 ton met duwboot, die
min of meer ondergedoken had gelegen tussen het riet in een kanaal nabij Slootdorp.
De toen elfjarige Ewold bekommerde zich tijdens deze vlucht uit de polder alleen over zijn
accordeon en pijl en boog, die de achttienjarige timmerman Jaap Kloosterman voor hem had
gemaakt. De boot met 'vluchtelingen' kwam via Kolhorn door het Waardkanaal in de z.g.
"Pishoek" bij Nieuwesluis uit. De opvarenden vonden woon- ruimte in Wieringerwaard vlak bij
de watertoren. Later werd definitiever woon gevonden op Wieringen in de Van Pommerenstraat
in Hippolytushoef vlakbij de toenmalige wielerbaan. Ewold ging van daar dagelijks op en neer
naar de Christelijke School in Den Oever.
In 1947 kwam het gezin Zuidema weer in Slootdorp terug. Woonruimte was gevonden, en
gekocht), boven de zaak van Van der Kooi, maar op last van de gemeente, (burgemeester G.
Loggers), moesten ze daar na drie dagen weg, want veearts Reitsma moest daarboven de winkel
van Van der Kooi wonen.
Dit betekende terug naar Wieringen, waardoor het pas 1949 was dat ze zich weer voorgoed in
Slootdorp konden vestigen.
Het loonbedrijf Zuidema was al in 1946 volop betrokken bij de oogstwerkzaamheden in de pol
der, die in december 1945 voor de tweedemaal droogviel. Dankzij de naoorlogse Marshallhulp
konden enkele trekkers en machines worden aangeschaft.
31