34 Uit het maandblad "DE PLATTELANDSVROUW" van juli 1946, 4e jaargang, no.7, namen wij het volgende artikel over van de hand van L. van Twisk, die de pioniersters in de Wieringermeer bezocht na de 2e drooglegging. zichzelf een noodwoning, een schuit of een keet moeten bezorgen of behoort tot de ge lukkigen. wiens boerderij aan de uiterste rand van de polder gespaard is gebleven en met betrekkelijk weinig moeite weer bewoon baar is gemaakt.. Op deze boerderijen wonen minstens twee gezinnen, terwijl in de schuren woongelegenheid gemaaakt is voor de ar beiders van enige bedrijven. Woonschuit alk noodwoninr/ Hoe leven de Bondsleden in de Wieringer meer? Om die vraag te beantwoorden, klom ik onlangs op de fiets. Mijn eerste bezoek bracht ik aan een boerin, die haar intrek genomen had in een woonschuit aan de Schagerweg. We waren geen onbekenden voor elkaar; het gesprek was dan ook al spoedig op gang en met het gezicht op de volkomen ver woeste boerderij spraken wij over alles wat haar en met haar de honderden anderen op die vreselijke 17 April 1945 overkomen was. Zijzelf had tot de zeer bevoorrechten be hoord, die nog van de inboedel -vrijwel alles had kunnen redden en die slechts zeer korte tijd bij anderen had behoeven in te trekken. Hoewel zeer primitief, waren, zij al vlug weer zelfstandig geworden, eerst in een houten keet, later op een schuit, die zij nog weer later voor een veel betere hadden kun nen verwisselen. Hiermee waren zij als een der eersten reeds in December enkele dagen na het droog vallen van de polder weer naar hun eigen land teruggekeerd. Allen, die thans weer in de polder terug zijn, voelen dit als het grootste geluk. Wie jaren lang gaven zij zelf onderdak aan tien tallen vluchtelingen uit Den Helder en uit andere geteisterde streken (Zeeland o.a.), aan honderden ondervoede stadskinderen, toen ineens trof hun-zelf het lot in één dag van gastvrouw évacué te worden. Velen zijn vol lof voor de liefde en hartelijkheid waar mee hen onderdak verleend werd; er zijn er ook, die minder goede ervaringen hebben. Maar bij allen leeft toch het verlangen om zo spoedig mogelijk weer een eigen huis, hoe primitief ook. te mogen bewonen. Daar naast is er in gelijke mate de wens om weer op het bedrijf te wonen. Het spreekt van zelf, dat dit ook practisch grote voordelen heeft. Wie thans weer in de polder woont, heeft Doorliij'h op vei-woeste boerderijen Binnenkort zullen de Zweedse nood woningen in gebruik genomen kunnen wor den, waardoor een vrij groot aantal ge zinnen kan terugkeren. Deze Zweedse nood woningen bieden echter niet meer dan een volstrekt minimum aan onderdak en woon ruimte. Vrijwel alle huisjes bestaan uit een kleine keuken, één slaaphokje, waarin een tweepersoonsbed kan staan en twee, waarin een éénpersoonsbed past. Zijn er meer dan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2003 | | pagina 36