Tot 1979 is Boontjes pachter gebleven. Toen verhuisde hij met z'n
vrouw naar een woning in het dorp, aan de Saturnusstraat. Zij overle
ed in 1994 na een langdurige ziekte. Blij is Boontjes met het feit dat
zijn kinderen alle vier niet te ver uit de buurt wonen.
Als Boontjes zijn arbeidsleven overziet, waren de jaren als trekker
chauffeur in de zich ontwikkelende Wieringermeerpolder de fijnste
periode.
Terugdenkend aan die tijd huivert hij nog bij de herinnering aan de
verdrinkingsdood van drie collega-cultuurarbeiders. Met zes man tege
lijk wilden ze met het pontje bij de Oostermiddenmeerweg het kanaal
oversteken. Het pontje bleek een verwaterd vlot, dat doordoor niet
meer bleef drijven. Alle zes mannen gingen met fietsen en al kopje
onder. Drie mannen verdronken, ondanks de toegesnelde helpers,
waaronder Boontjes zelf. Na de mislukte reddingsactie moest hij een
week ziek thuisblijven vanwege onderkoeling in het koude water.
De onderwaterzetting, een hoofdstuk apart
"Dat de Duitsers duistere plannen hadden met de Wieringermeer was
allang voor de 17e april '45 bekend", vertelt Boontjes. Dat de polder
echt onder water zou worden gezet kon je eigenlijk niet voorstellen.
Het koolzaad bloeide evenals de eerste perenbomen in zijn tuin, en de
aardappels waren net gepoot. Een arbeider uit Den Oever, die door de
Duitsers gevorderd was om te helpen graven op de IJsselmeerdijk
waarschuwde Boontjes: "Het gaat zeker gebeuren!" Op de vroege
morgen van die 17e april kwam een ambtenaar van de Domeinen zijn
verloofde, die bij de familie Boontjes in huis hielp vlak na de geboorte
Een groep trekkers bij het bedrijf aan de Alkmaarseweg C32.
Bedrijfsleider Van Gaaien. Rechts vooraan G. Boontjeslinks
Hannema. (1934)
39