EEN KRASSE PIONIER VERTELT
In de achterkamer van de in 1971 als 500-ste opgeleverde woning
van de Woningbouwvereniging "Bouwt Voort" aan de Saturnusstraat te
Wieringerwerf staan op een plank in een openkast 55 jaaragenda's
keurig op een rij. Die agenda's zijn van dag tot dag volgeschreven als
een dagboek. De agenda's van voor en tijdens de oorlog zijn tijdens
de onderwaterzetting (17 april 1945) verloren gegaan.
Variïrend op het gezegde: "Wie schrijft, die blijft" zouden we in dit
geval kunnen zeggen: "Wie schrijft, die blijft op de hoogte", want zeer
gedetailleerd en precies gedateerd weet de nu 92-jarige Gerrit
Boontjes te vertellen over zijn 70 jaar werken, wonen en leven in de
Wieringermeer.
Gerrit Boontjes, op 23 december 1909 geboren aan de Veerweg te
Anna Paulowna als zoon van een landarbeider, gaat na de lagere scho
ol, zoals de meeste jongens toen, te werk bij een bollenkweker. Als
jongen van twaalf tot en met z'n veertiende jaar maakt hij daar 's
zomers lange dagen van 6 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds. Op de
zaterdag wordt er gewerkt tot 's middags 4 uur. Als 15-jarige heeft de
jonge Gerrit bijna een jaar meegewerkt aan de aanleg van de korte
afsluitdijk. Zijn werk bestond toen uit het bedienen van de wissels van
de rails waarop de kiepkarren met keileem reden, getrokken door
locomotiefjes. Hij vertelt hoe trots hij op zekere dag was, toen hij
een zieke machinist mocht vervangen en de locomotief met een sleep
kiepkarren over de dijk reed, juist op het moment dat de heren van
de Directie de vorderingen van het werk in ogenschouw kwamen
nemen. Het goedkeurend geknik van de hoge heren gaf hem het
gevoel dat hij die dijk in z'n eentje aanlegde. Vrij abrupt echter, kwam
er een einde aan het werken aan deze dijk. Een of andere administra
tieve kracht ontdekte dat hij nog geen 16 jaar was, en dat betekende
dat de (te) jonge Gerrit Boontjes onmiddellijk ontslag kreeg. (Dit
overkwam meer te jonge werkkrachten). Dit bracht hem terug in de
bollenteelt in de Anna Paulownapolder.
Hoe een strenge winter a!Ie plannen torpedeerde
Daar in de bollen maakte Gerrit lange dagen en verwierf zich daarmee
een eigen kraam bollen, die geteeld werden op gehuurde percelen
land. De strenge winter van 1928-1929, (waarin hij zes weken scha-
atsvrij kreeg van z'n baas, en zelfs in maart de vorst nog diep in de
grond stak), maakte een einde aan zijn droom om zich ooit als zelfs
tandig bollenkweker te vestigen. Het merendeel van de bloembollen in
de Anna Paulowna-poider bevroren dat jaar. De gevolgen waren geen
inkomen voor de telers en werkeloosheid voor ongeveer 800 arbei
ders. Het overgrote deel van de bollen van Gerrit Boontjes zelf overle
efden echter die koudeaanval van Koning Winter. Pure armoede en
onzekere vooruitzichten deden Gerrit besluiten om z'n hele bollenkra-
34