li
tehuis aanwezig* Ik heb direkt van mijn bevindingen kennis gegeven aan den
Heer van Zijll, die inmiddels in het gemeentehuis kwam. Meer kan ik niet
verklaren"
CORNSLIS WOUTER VAN ZIJLL LANGHOUT, geboren te Haastrecht, van beroep ambte
naar secretarie, wonende te WieringervrerfRaadhuisstraat, gemeente V/ierin-
germeer, die verklaarde:
"Toen ik vanmorgen 2 Januari 1945» te omstreeks 9*00 uur in het
gemeentehuis kwam, werd mij door de werkster De Laaten medegedeeld dat er
in de kamer van den ontvanger een glasraam was ingedrukt en dat het bevol
kingsregister was verdwenen. Toen ik de kamer van den ontvanger binnen kwam,
zag ik, dat er een glasruit stuk was. Ik ging toen naar het secretarie toe
en zag, dat de bevolkingskast was opengebroken en de laden waren uitgetrokken
en de inhoud was verdwenen. In de kamer van den ontvanger had de werkster
het gla3 opgeruimd. Wanneer de inbraak heeft plaats gehad kan ik niet ver
klaren, omdat wij Zaterdag 30 December 1944 het gemeentehuis hebben verlaten.
Ik ben de beide Zondagen niet op het gemeentehuis geweest. Meer kan ik IT niet
verklaren"
JAN FRANS DE GROOT, geboren 30 Juli 1916 te Giessendam. Yan beroep,
ambtenaar der bevolking op het secretarie der gemeente Wieringermeer te Wie-
ringerwerf, wonende Raadhuisstraat 52 te Wieringerwerfdie ais volgt ver
klaarde
"Toen ik vanmorgen 2 Januari 1945» te omstreeks 9,00 uur in het
gemeentehuis kwam, hoorde en zag ik, dat de laden van de bevolkingskast open
stonden en de laden openstonden en dat de inhoud was verdwenen. Toen ik Za
terdag 30 December 1944, het gemeentehuis heb verlaten, heb ik de bevolkings
kast gesloten. Ik ben de beide Z-ondagen niet op het gemeentehuis geweest. Ik
kan u dan ook niet verklaren wanneer de inbraak heeft plaats gehad. De navol
gende bescheiden zijn uit de bevolkingskast ontvreemd:
Alle bevolkingsregisters, alle registers van ingekomen en vertrokken personen.
Het voorbestemde archiefregister dat in gereedheid was gebracht tot en met de
letter I en het evacuatieregister. Meer kan ik IJ niet verklaren",
Yerder voeg ik, rapporteur, hier nog aan toe, dat de inbraak heeft
plaats gehad tussohen 30 December 1944, 16.00 uur en 2 Januari 1945 te 8.45
uur.
Voetindrukken van de daders zijn buiten voor het raam niet gevon
den, omdat het een grastapijt is en geen voetindrukken achterlaat.
Door het indrukken van een glasruit, hebben de daders het raam aan
de binnenzijde kunnen openen waarna zij door het raam naar binnen zijn geklom
men*
De Hoofdwachtmeester,
Groepscommandant,
w. g* N, Nipperus,
Het voor
malige
raadhuis
van
Wieringer-
meer aan
de Raad
huisstraat,
tegenwoor
dig Prof.
Grandpré-
Moliére-
straat te
Wieringer
werf.
31