nier, een kapper. In een beschimmeld, uitgeslagen kamertje van een leeggeklotst huis heeft hij een nieuwe witgelakte kappers stoel neergezet; op een nat margarinekistje liggen een tondeuse, een mes, een scheerkwastje. Klanten zijn er nog niet. In de Wieringermeer groeit nog niets! Zélfs geen baard. (Gegevens ontvangen van Corrie Kaan - Zwart te W'werf, dochter van kapper Zwart, die een boeiende verzameling van krantenknipsels en voorwerpen uit die tijd van haar moeder bewaart). Nadat kapper Zwart en echtgenote zeer voldaan afscheid hadden genomen van de vorstin reed het gezelschap naar Wieringerwerf. In het tegenwoordige Wieringerwerf-Zuid werd de eerste Zweedse noodwoning in aanbouw bezichtigd, en vervolgens vanaf de eerste verdieping van het Domeinkantoor de ver woesting van Wieringerwerf gadegeslagen. "Vreselijk erg!", sprak de Koningin. Via de Westerterpweg en Slootdorp kwam Wilhelmina een kijkje nemen op het bedrijf van de familie Punter aan de Schelpenbolweg. Boer Punter, (sinds 1936 pachter, afkomstig uit Oosterwolde (Frlwas niet de eerste pachter die zich na de inundatie weer in de polder had gevestigd. Neen, sterker nog, hij had met zijn gezin tijdens de onderwaterzetting de Wieringermeer nooit verla ten. In die hoek van de polder, tegen Wieringen aan, kwam het water maar tot ongeveer 50 cm hoogte. "Wij woonden de eerste maanden na de onderwaterzetting 'gewoon' beneden", zegt de toen 22 jarige zoon Jan, nu. "Op de gehele begane grond in huis hadden we balen stro liggen met houten schotten en planken daarop. Daarvoor was drijfhout genoeg te vinden. De deuren beneden hadden we op strobaalhoogte afgezaagd. Zo waren alle vertrekken beneden bereikbaar. Maar na twee maanden begon het stro te stinken en het krioelde in huis van de vliegen. Toen hebben we die strotroep opgeruimd en zijn vanaf dat moment boven gaan wonen. De koe hadden we in de schuur al langer op zolder staan. Het was wel behelpen in die tijd. Boodschappen deden we met en bootje in De Haukes en in Westerland. Emmers drinkwater hebben we daar gehaald. Hoekstra, de kolenboer van Wieringerwerf, zat in de oorlogsjaren met valse papieren, dank zij het waterniveau redelijk veilig bij ons ondergedoken. Hoekstra had zijn twee vrachtwagen niet ingeleverd bij de Duitsers. Eén had hij er midden in het Robbenoordbos verstopt onder een lading takken, de andere stond achter veel strobalen in de schuur bij E. Scholten aan de Noorderdijkweg". "Uiteraard", vertelt de nu 78 jarige Punter, bij tijd en wijlen heel geëmotioneerd, verder, "was het bewerken van eigen akkers in de Wieringermeer in die toestand niet mogelijk. Ik werkte zolang 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2002 | | pagina 27