onder Piet, de voormalige beheerder/concièrge van De Oude Beurs), weer terug richting Wieringermeer. Die tocht was voor die twee jongens heel riskant, daar de oudste van de twee, Jan, ondergedoken zat. Toen ze bij de boerderij aan de Westerterpweg aankwamen, het was toen ongeveer 3 uur in de middag, laadden ze snel wat nodige huisraad op de wagen, en brachten het overi ge naar boven. Daar merkte mijn vader dat de splinternieuwe fiets van mijn moeder, die al op zolder was gezet, was verdwe nen, gestolen! Het werd toen wel haasten, want het water in de sloten begon toen al aardig te stijgen. Inderhaast werd ook nog wat voer voor het paard opgeladen en toen de deur op slot en voor de tweede maal ging het richting Hoogwoud. Die dag was ik voor het eerst in een café en sliep die eerste nacht onder de biljarttafel. Zo hebben we met ons grote gezin ongeveer drie weken gewoond in café Dam. Toen werden we door een eva cuatiecommissie doorverwezen naar een boerderij even buiten Hoogwoud. Daar, bij broer en zus, Dorus en Geertje Groot, kon den we wonen in de inmiddels lege koestal, 's Nachts renden de ratten door de met een vlonder afgedekte mestgroep. Veel van dit ongedierte is toen een kopje kleiner gemaakt. Heel langzaamaan kreeg het leven z'n tussenhaakjes weer nor male loop. Moeder en de dienstbode zorgden voor de kinderen, In 1946 werd er tussen de ruïnes alweer (vlas) geoogst: BOUWT VOORT! 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2002 | | pagina 20