het alles wel zou meevallen. De eerste poging om de dijk te laten springen was immers mislukt! M'n ouders werden niet overtuigd, en toen we even later Middenmeer achter ons lieten sloegen we rechtsaf de Alkmaarseweg op. Er reden daar al meer beladen wagens de polder uit. Ook kwamen ons op die weg veel lege wagens uit het oude land tegemoet, die andere Wieringermeer- ders de helpende hand wilden bieden. Daar tussendoor ook veel hongerige mensen uit de stad te voet met allerlei karren of op de fiets, die bij de boerderijen nog wat voedsel wilden halen. Vele velden met koolzaad stonden daar langs de Alkmaarseweg rijkelijk te bloeien in de volle zon, maar.geoogst zou dit zaad nooit worden! Met het paard, soms in draf dan weer stapvoets haalden we hal verwege de lange Alkmaarseweg onze knecht met de koe in. Hij had wat verder kunnen zijn, ware het niet dat de koe onderweg vaak was gaan liggen. Het beest had tot die dag steeds op stal gestaan, ging dus, moe geworden, bij herhaling door de knieën. Arie, de knecht, moest de koe maar bij een boer vlak buiten de polder zien onder te brengen. Toen we op het einde van de Alkmaarseweg de Wieringermeer uitreden zagen we daar onze dienstbode lopen met de kinderwa gen. Zij had er flink de pas ingehouden, 't Was ook op die oude dijk vlak bij Aartswoud, dat er plotseling drie Engelse vliegtuigen opdoken, die vervaarlijk boven de stoet evacués rondcirkelden. Opeens werd er door hen ook geschoten. M'n vader gaf het paard de sporen, en gelukkig, al gauw bevonden we ons tussen de hui zen in Aartswoud. Hij wilde bij een huis stoppen om dekking te zoeken, maar de bewoners daar gebaarden ons door te rijden. Maar iedereen werd snel van de wagen gehaald om achter de muren van het huis dekking te zoeken. Vrij kort daarna was het vuren voorbij en vlogen de vliegtuigen na een paar laatste rond jes voorgoed weg. Wij, wat angstig, weer op de wagen. Waarheen? Later hoorde ik, dat m'n ouders naar de Schermer wilden gaan. Daar woonde familie, vrienden en kennissen. Daar zouden we wel onderdak vinden. Maar daar in Aartswoud vernam m'n vader dat de Duitsers ook de Schermer wilden inunderen. Toen wist ook hij het doel van deze tocht niet meer, behalve dan het vluchten voor het water, dat zou stijgen tot gemiddeld 4 meter hoogte. Even later passeerde ons een boerenwagen met grote opstaande blau we hekken. De bestuurder van de wagen riep naar m'n ouders: "Als jullie niet weten waar jullie heen moeten, ga dan maar naar Hoogwoud, naar café Dam van Dirk Dam". Na enig zoeken en vragen klommen we na een uurtje vermoeid van de wagen naast café Dam. De meegevoerde kisten, enz. werden zolang neerge zet in de noodslachtplaats naast het café. Al weer gauw daarna ging mijn vader met de twee oudste zoons van Dirk Dam, (waar- 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2002 | | pagina 19