Hij moet zo'n 65 jaar terug in zijn herinnering, de nu 90-jarige
Michiel de Jong, als ik op zijn kamer in het bejaardencentrum
'Molenweid' in Wieringerwaard spreek over zijn tijd in het Joodse
werkdorp in de Wieringermeer. "Jongen, Michiel, wat heb jij
uitgehaald?" zei m'n moeder toen ik na een dag hard werken thuis
kwam. "De Directie van de Wieringermeer wil jou spreken". Michiel,
zich van geen kwaad bewust, fietste de volgende dag naar 'de hoge
heren', die hem vroegen of hij bereid was om voorwerker te worden
bij de afdeling veeteelt in het Joodse werkdorp. Het was de Directie
ter ore gekomen dat deze jongeman uit Wieringerwaard uitmuntte
in het omgaan met paarden en koeien. "Paarden was me alles!",
zegt hij nu nog enigszins geëmotioneerd. Al als 13-jarige stond hij
zijn mannetje bij de draverijen in de regio.
"Ik was een jonge knul, een jaar of achttien, toen ik daar werkte bij
dat Joodse werkdorp", wilde heer de Jong mij met steeds meer
overtuiging doen geloven. Volgens mijn berekening kan dat niet
kloppen. Geboren in 1911, dan 18 jaar, kom je uit op 1929, terwijl
pas in maart 1934 de eerste jonge Duitse Joden het moeizaam
gestichte werkdorp kwamen bevolken. Onderstaande foto, gemaakt
in de zomer van 1936 bracht uitkomst. De 24-jarige Michiel de Jong,
(met stropdas) knielt hier tussen vijf jonge Joodse leerling-melkers,
t.w. Eli Benjamin, Werner ten Brink, Lothar Macken, Walter Asch,
(bijgenaamd Piccolo), en een zekere Jabo, gekiekt aan de rand van
het weiland vlak voordat er gemolken gaat worden.
"Het was mijn taak om de koeien te verzorgen, en mijn kennis en
kunde over te dragen aan de Joodse vluchtelingen, waarvan er velen
droomden van een emigratie naar Palestina, om samen met vele
648