Dit waren de vragen: Ja /Nee
Hield U wel kostgangers
30
70
Was er voldoende daglicht
59
41
Was er voldoende zonlicht
59
41
Had U voldoende kastruimte
35
65
Voldeed de kelder U
14
86
Was de schuurruimte voldoende
13
87
Had U voldoende zolderruimte
29
71
Hield U kleinvee (en waar)
79
21
Is U voorstander van een eetkeuken naast
88
12
woonkamer
Zoudt U de kleine kamer en keuken willen
61
39
ruilen voor een eetkeuken
Prefereert U een vrijstaande schuur
67
33
Prefereert U een woning in het dorp
87
13
(of bij het bedrijf =neen)
Commentaar op één van de formulieren: ....De ingang was te smal,
de kasten te ondiepde kelder te donker, de keuken te smal méér het
was beter als het ding waar we nu zitten.
De eindconclusies lezen we in de Flevobode:
- Er bestaan plannen voor uitbreiding van het aantal landarbeiders
woningen buiten de dorpen, de beantwoording van de enquête pleit
ondubbelzinnig voor dorpsbebouwing. Men woont het liefst op enige
afstand van het bedrijf. Dit streven gaat lijnrecht in tegen dat der
pachters. Hier zal een compromis gevonden moeten worden. -
Hierna werden een aantal "redelijke wenschen" onder elkaar gezet
zoals b.v. een droogzolder - een stopcontact in elke kamer - een
woonkeuken en een douche.
Ir. Ovinge:.. "dat wanneer verbeteringen in woningen mogelijk is en
zulks niets extra's kosten, hij volkomen zal meewerken aan de
totstandkoming daarvan.
De "redelijke wenschen" werden wel vervuld.
Er is nog een discussie geweest over het oude plan, om arbeiders-
plaatsjes te bouwen. - (12 16 woningen bij elkaar.)
De boeren voerden als argument aan dat de verbondenheid met het
bedrijf zou verminderen óf zoals iemand zei:
"Naast het bedrijf wonen bevordert de band tussen het bedrijf en
de arbeider.
Maar er was ook al een ander geluid dat zei:...Men moet niet de
toestand van thans alleen in aanmerking nemen, doch daarbij dient
men 10 15-tal jaren vooruit te zien.
Het plan werd later -dec. 1947- ingetrokken.
639