De greppels moesten ook nog onderhouden worden, want een greppel op zware grond slibt dicht met klei en op de lichte grond stuift hij dicht met zand. Ook dit werd bijna altijd in handwerk gedaan. Men kocht al in 1931 wel een Ritscher greppelreiniger maar die heeft alleen maar in het begin eventjes gewerkt. Door de opkomende crisis en de daardoor goedkope en overvloedig beschikbare arbeid was handwerk alweer veel aantrekkelijker. Na een paar jaar waarin de grond vaster werd en niet of nauwelijks meer verzakte, werden de greppels uitgediept tot 80 cm en voorzien van drainage. Intussen was men op de eerste drooggevallen gronden, ten zuiden van Wieringen bij De Haukes, al in oktober 1930 begonnen met het inzaaien van rogge en gerst. In totaal werd in juli 1931 begonnen met de oogst van 135 ha rogge, 103 ha gerst en 35 ha rogge gemengd met gerst. Men kocht voor dat doel drie McCormick- binders van 6, 8 en 10 voet maaibreedte. Twee daarvan hadden aftakasaandrijving. 630 xfcvC Het reinigen van de greppels in de Wieringermeer met de greppelreinigingsmachine van Carl Ritscher, Moorburg, gebouwd op basis van een Hanomag petroleumtrekker (januari 1932). Maaien van de rogge met de gecombineerde 10- en 6 voets zelfbinder (aug. 1931

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2001 | | pagina 18