Mijn eerste wielerwedstrijd in de Wieringermeer door Adrie Lindenbergh te Den Oever Het juiste jaar weet ik niet meer, maar het zal in 1933 of 1934 zijn geweest. We woonden al een tijd aan de Koggenrandweg, na eerst een poosje in Middenmeer gewoond te hebben. Wat mijn sportactiviteiten betreft was ik georiënteerd op Medemblik. Ik voetbalde daar bij M.F.C. in een adspirantenelftal (tegenwoordig heet dat junioren), later bij de senioren. Behalve aan voetballen deed ik ook een beetje aan wielrennen, als je dat op deze jonge leeftijd zo mag noemen. Geen wonder dat ik mij dan ook aanmeldde toen er in Medemblik pogingen werden ondernomen om een wielerclub op te richten. Ik had net bij rijwielhandel Nipshagen in Middenmeer een echte racefiets aange schaft. Dat was wel een rib uit m'n lijf, want die fiets kostte maar liefst f. 65,-. Maar met een weekloon van f. 10,- bruto had ik die fiets toch vrij vlot afbetaald. De eerste wielerwedstrijd vond plaats op een zondagochtend. Dat kwam mij goed uit, want 's middags moest ik voetballen, en dat wilde ik ook niet missen. De wedstrijd bestond uit een rondje Wie ringermeer met als start- en eindpunt Medemblik. De groep was niet zo groot, en vol goede moed vertrokken we gezamenlijk vanaf de Molen. Gezien mijn jeugdige leeftijd, (ik was toen 16 jaar), kon ik de overige, meer oudere, deelnemers natuurlijk lang niet bijhouden, en reed ik ai heel gauw helemaal alleen. We begonnen langs de Koggenrandweg richting Aartswoud. Toen ik mijn ouderlijk huis passeerde lag ik nog niet zo veel achter op de kopgroep, en mijn huisgenoten waren opgetogen dat ik het zo goed deed. Maar al spoedig werd de achterstand groter en groter, en ik moet zeggen dat ik de andere deelnemers nooit meer heb teruggezien. Bij Aartswoud moesten we even de dijk op, om daarna de Groetweg en Waardweg te volgen. Via de weg langs het Amsteimeer ging het richting Den Oever, waar ik iets te drinken kreeg van een van tourorganisatoren, die met de auto meegereden was. Van Den Oever naar Medemblik was toen nog maar een goede twintig kilo meter. In de buurt van de Oude Zeug was de lol er echter een beetje af, toen ik ook nog een lekke band kreeg. Men moet bedenken, dat de wegen toen nog geheel uit klinkerwegen bestonden, en niet altijd even goed waren. Gelukkig was de verzorger bij me in de buurt gebleven, zodat het euvel snel was verholpen. Uiteindelijk kwam ik toch nog na een tocht van 60 km. op tijd binnen om die middag nog te kunnen voetballen. 607

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2001 | | pagina 31