Er was een chauffeur bij, Bertus heette hij, die wel bereid was om de Middenmeerse ULO-leerlingen naar Medemblik te brengen. Dat was een uitkomst! De groep was groter en groter geworden: Ciarie, haar broer Harm, Leen en Stien Blijdorp, Jeroen en Gijs Varkevisser en hun zus, en 2 of 3 Lindenberghs. Ja, de Wieringermeer in z'n ontwikkeling. En zo leefden de ULO-leerlingen lang en gelukkig. Ook Clarie, totdatde ontginning voltooid was. Het merendeel van de grond was nu geschikt voor de landbouw. Het was de Cultuurmaat schappij Wieringermeer die het gebruik van de grond ter hand nam. Per blok van 200 tot 300 ha. werd een bedrijfsboer benoemd, die het dagelijkse werk moest regelen, en dat onder toezicht van een inspecteur. Het bleek dat er voor de exploitatie minder boeren nodig waren dan voor de ontginning. Dus moesten er mensen afvloeien. Hoe maak je de keuze? Er werd besloten het lot te laten beslissen. De heer Smeenk werd uitgeloot. Zo kwam er een eind aan de plannen voor een vestiging in de Wieringermeer. De familie Smeenk kon deze tegenslag verwerken. Er werd gekozen voor de boerderij in Mariënberg. Er werd verhuisd en Clarie vervolgde haar opleiding in Hardenberg. Samen met broer Harm voltooide zij met succes haar studie aan de 4-jarige MULO. Zoals de aanpassing De Krim - Wieringermeer zonder problemen verliep, ging het ook weer gemakkelijk de aanpassing Wieringermeer- Mariënberg te ervaren. De boerderij te Mariënberg heeft een grote beschermende rol gespeeld in het leven van vele onderduikers en vluchtelingen. Vele leden van de familie Smeenk zijn geridderd voor de risico's die zij voor medeburgers liepen. Zo is ook de Mariënberg-periode voor de gezinsleden een periode geworden om nooit te vergeten. Een van de broers boert daar nu. Vier broers en een zus zijn geëmigreerd naar Canada en de VS. Waar hoorden wij dat eerder? Juist, toen de heer en mevrouw Smeenk een nieuwe bestemming zochten. Zo herhaalt zich de geschiedenis. Alle gezinsleden hebben een levensvervulling gevonden, waarin zij zich vrij en onafhankelijk voelen. Dat is een eresaluut aan vader en moeder Smeenk. Als naschrift is het passend de lotgevallen van onze goede buren aan de Havenstraat te melden. De familie Boogerd. Ook de heer Boogerd lootte uit. Hij vond een betrekking. Hij ik niet oud geworden. Mevrouw Boogerd, tante Betsy, overleefde haar man en verhuisde naar Kolhorn. Daar was zij in de benauwde oorlogsjaren een steun en toeverlaat voor ieder die hulp nodig had. Kees Boogerd vond een baan in Schagen en later in Zwolle. Wij houden goede herinneringen aan hen. 601

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2001 | | pagina 25