en er zes jongere kinderen zijn, en Anna, de dienstbode, is
vertrokken, dan vind je je taken wel. Tot kousen stoppen toe.
Op haar verjaardag in november 1932 was 't afgelopen met dat vrije
leven. Weer naar school. Nu naar Medemblik, waar een ULO-school
was. Met kloppend hart ging Clarie naar school. Allemaal vreemden,
niemand, helemaal niemand die ze kende. Een klas die al drie
maanden liep. Clarie was in april haar eerste MULO-jaar in Koevor-
den begonnen. Hier was men begin september gestart. Zouden ze in
Medemblik verder zijn, of zou zij voor zijn? 't Zou vreselijk zijn als
ze achter was. O, o, wat zal dit worden? Ze werd de klas
binnengeleid. Haar oog viel op een meisje in een oranje trui. Dat
leek haar een leuk meisje. Zij zat alleen in een bank voor twee. Als
ze nou eens naast dat meisje zou mogen zitten en misschien zouden
ze vriendinnen kunnen worden. Dan zal al het benauwende en
vreemde voorbij zijn. Geweldig, wat een tref: ze krijgt de plaats
naast dat meisje, en dat meisje is nog vriendelijker dan ze al leek.
Ze heet Mies Jonker. Nu, na 68 jaar is Clarie nog steeds bevriend
met Mies. Is dat niet een happy end van een dag waar ze zo tegen
opzag? Broer Harm ging ook naar de ULO in Medemblik. Hij werd
bevriend met Leen Blijdorp, die later trouwde met Mies Jonker.
Met zo'n goede vriendin op school en met allemaal leuke jongelui
om je heen was de ULO-tijd in Medemblik een fijne tijd. Serieuze
studie en kwajongensstreken wisselden eikaar af. De afstand vanaf
Middenmeer was ongeveer 10 km. Eerst een eindje de Hoornseweg
op, naar het Noorden. Bij de Medemblikkervaart kwam je tegenover
de Medemblikkerweg. Dat was toen de kortste weg naar school.
Maar je moest wel het kanaal over. Dat kon tenminste, dat kon
meestal. Dat kon als de wind niet te sterk was en niet precies op het
kanaal stond. Er lag namelijk een vlot aan een touw. Eerst
voorzichtig de fiets erop en dan jezelf. Houd hem in evenwicht,
anders gaat of de fiets of jijzelf de plomp in. Gelukkig is dat nooit
gebeurd. En 's avonds hetzelfde in omgekeerde richting. Als het
hard waaide en de wind tegen was, gingen broer Harm en Clarie
samen het vlotje op en staken over naar de boerderij "De Stern"
aan de Hoornseweg, waar de familie Smeenk, (en nu de familie Van
Vilsteren), toen al woonde. Op het werkterrein van de heer Smeenk
stond een van de eerste landbouwschuren in de polder, een zoge
naamde cultuurschuur. Het bijzondere daarvan was dat zo'n schuur
een groot vloeroppervlak had en verhoudingsgewijs niet zo'n grote
hoogte. Voor de klassieke boer uit die tijd was zo'n schuur niet te
herkennen als landbouwschuur. Toch was het een ontwerp van grote
vooruitziende waarde. Pas in de zestiger jaren begon dit ontwerp
meer algemeen aanvaard te worden.
599