mevrouw Boogerd, Betsy Parmekoek, en zoon Kees. Mevrouws
broer, Ir. Pannekoek, woonde niet eens zo ver weg: hij woonde in
Alkmaar. Hij was als ingenieur werkzaam, vermoedelijk bij
Rijkswaterstaat. Zoon Kees, in 1916 geboren, toen 16 jaar oud, was
de grote buurjongen die interesse en verstand had van auto's.
Auto's waren tamelijk zeldzaam in die tijd en dus waren
deskundigen ook zeldzaam. De auto van vader Smeenk, en de
weinige, maar geheimzinnige onderdelen, die er aan en er in zaten
waren vaak onderwerp van gesprek. Een leuke buurjongen was hij.
Ook met zijn ouders had het gezin Smeenk een heel prettig contact.
Er is nog meer te zeggen over Middenmeer en over buren. In de
richting van de vaste pont richting Sluis I stond een vrijstaand huis.
Daar woonde de familie Van Oeveren. Achter het huis stond een
loods, waarin hout was opgeslagen. Dat moet het begin zijn geweest
van de houthandel van de heer Van Oeveren, begonnen door
Oberman met Van Oeveren als hoofd van de vestiging. Een jongere
broer van Clarie, Kees, had contact met een zoon van Van Oeveren
van dezelfde leeftijd. Helaas was het tussen hen wel eens ruzie. Ja,
ook in 1932 waren niet alle contacten volmaakt.
Over buren gesproken, er is al gezegd dat de bovenverdieping van
het aangrenzende huis beschikbaar was voor de familie Smeenk. En
wat gebeurde er met de benedenverdieping? Daar kwamen de
weinige bewoners bij elkaar voor kerkdiensten en vergaderingen.
Onder de weinige bewoners van Middenmeer waren er toch verschil
lenden die bij hetzelfde werk betrokken waren als de heer Smeenk:
de ontginning. Dus er was genoeg stof tot praten, en dat leverde
dan ook veel genoegen en gezelligheid op. T.V. bestond nog niet,
radio was er maar bij weinigen te horen. Verenigingen waren er nog
niet. Ook geen bibliotheek. De kerk en het werk, daar ging het over.
Straatverlichting was er niet in die tijd. Er was immers nog geen
elektriciteit! Toch een avontuurlijke tijd. Een tijd, waarin je vooruit
keek naar een zonnige toekomst op een mooie rendabele boerderij.
Mevrouw Smeenk wist wel wat ze te doen had onder de primitieve
omstandigheden van die tijd aan de Havenstraat. Zij zal wel anders
hebben aangekeken tegen de levensomstandigheden dan Clarie, die
het afwisselende en nieuwe best kon waarderen. Het was voor Clarie
volledig anders dan het geregelde leven in De Krim. Nadat zij enige
maanden op de MULO in Koevorden was geweest, kwam daar door
de verhuizing een einde aan. Eerst was er een paar weken een
school-loze tijd. Niet een werk-loze tijd. Als je de oudste in huis bent
598