Als jonge bouwvakker en zoon van aannemer De Boer, maar in dienst bij aannemer Baron uit Drachten werkte Theo de Boer in 1932 al in Enkhuizen, (o.a. een slagerij gebouwd), en in de Wieringermeerpoider. "Daar hebben we in Sluis I, (het latere Slootdorp) de bakkerij van bakker Koorn opgetrokken. Mijn vader bouwde - samen met mijn broer - in die jaren ook in Enkhuizen en op Wieringen. Daar heeft aannemer De Boer o.a. de Christelijk Nationale Lagere school in Den Oever, en een woning voor aannemer Klein in Hippolytushoef gerealiseerd". Enigszins geërgerd merkt hij op, dat een zekere Oedzes uit Hippolytushoef een andere bouwer van de CNS-school te Den Oever noemt in een recent geschiedkundig boekje over Wieringen. "Ach, laat maar zitten!", wuift hij deze geschiedvervalsing weg, hoewel je enige terechte trots bespeurt voor datgene wat aannemer De Boer in die dertiger jaren in de Kop van Noord-Holland heeft gepresteerd. Er was in de dertiger jaren weinig werk in de bouw. De drooglegging en opbouw van de Wieringermeer was een uitkomst voor veel aannemers-, schilders- en loodgietersbedrijven, vooral ook uit Friesland. Aannemer Kingma uit Leeuwarden, bijvoorbeeld, bouwde al heel gauw in Sluis I, (vooral woningen). "Het was natuurlijk een hele onderneming om in die tijd vanuit Drachten naar de Wieringermeer te reizen. De Afsluitdijk was immers nog niet klaar. Mijn toenmalige baas, Baron, had een motorboot gekocht. Daarmee voeren we de Zuiderzee over van Stavoren naar Enkhuizen. Vandaar met een treintje naar Wieringerwaard, en de laatste etappe was op de fiets naar De Haukes op Wieringen". "Ik heb o.a. meegewerkt aan de bouw van eerste boerderijen in de Wieringermeer. Aan de Wieringerrandweg, (bij Grin), en aan de Klieverweg, (de boerderijen van Straat, Smid, Doppenberg en Hiddink). We hebben daarvoor ook de bouwketen opgezet voor "De Eerste" boerderij aan de latere Slootweg, en funderingen gestort voor verschillende andere boerderijen. Inmiddels waren er al meer wegen, (ook schelpenpaden), aangelegd voor de aanvoer van bouwmaterialen. Voor het overige was de polder een kale vlakte. Keek je van de Wieringerrandweg richting het Noorden dan zag je het mooie, groen-glooiende landschap van het voormalige eiland Wieringen. Draaide je je om dan keek je uit over een enorme, huiveringwekkende, kale vlakte. Dan kreeg je soms kippenvel op je rug", herinnert De Boer zich. "En het kon er ontzettend waaien. Door het stof en de zandverstuiving zag je soms geen hand voor je ogen. In die barre vlakte waren wij bezig om de piketpalen voor de te bouwen boerderijen uit te zetten". "Bij de bouw van de boerderijen was eigenlijk alles nog handwerk. De spanten voor de staalconstructie werden met mankracht met behulp van lieren omhoog getrokken. De eerste werd gestut, de volgende daaraan gekoppeld". Het metselwerk van de boerderijen werd verzorgd door metselbedrijf M. Braaksma uit Hippolytushoef, en de Fa. Luyt van aldaar, waar de Duitse Keizer z'n paarden liet beslaan, was verantwoordelijk voor al het hang- en sluitwerk. Schildersbedrijf Boomsma zorgde voor de finishing touch. Wijnhandelaar Bakker uit Den Oever en Rinus Engel, caféhouder te Hippolytushoef, zorgden voor de aanvoer van de benodigde materialen, die 563

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2001 | | pagina 24