519
merendeelshuismoedersdie in hun jeugd de kans hadden gemist en
snakten naar tweedekans onderwijs in hun eigen tempo.
In 1975 mochten we eindelijk starten. We kregen het groene licht
plus de "nodige" beperkingen. Helaas onder curatele van een bestaande
avondschool in een andere gemeente, in plaats van onder ons eigen
schoolbestuur of beter, experimenteel direct onder gezag van het
Rijk.
Er moest immers nog veel in de praktijk geexperimenteerd worden en
die ruimte kon het avondonderwijs ons niet verschaffen. Die
constructie zou uiteindelijk ten koste gaan van de oorspronkelijke
doelgroep; de moeders zouden ten prooi vallen aan het moordende tempo
van de avondscholen. De meeste vrouwen hadden heel wat anders
verwacht en moesten ervaren dat de koppeling van de dagschool aan
avondschool eigenlijk enkele jaren had moeten wachten. Voor sommigen
was het een doorbraak, voor velen echter letterlijk een afgang.
Gelijk hebben is mooi, gelijk krijgen is beter.
De Moedermavo werd dus afgewezen door ministerie, Onderwijsraad en
bonden. Door wie niet? Toch waren er in enkele jaren 80.000
Mavomoeders. Wij ijverden voor een schoolbudget; dat kon niet, jaren
later wilde het ministerie het zelf. Wij wilden computerles geven;
dat mocht niet. Enkele jaren later werden de vrouwen aangespoord tot
computercursussen en tekstverwerken. Wij wilden een congierge, we
hadden er geen, dat mocht niet, zelfs niet uit de WAO. Enkele jaren
later vroeg men: Waarom nemen scholen geen WAO-ers als congierges?
Wij vonden een kleine school beter dan een "onderwijsfabriek", nu
schijnen meer mensen dat te vinden o.a. de professoren Smalhout en
Fortuyn.De schaalvergroting heeft nogal wat bijwerkingen gehad. Het
was niet direct een gelukkige greep van ons departement. De
verwarring rond het studiehuis spant nu de kroon. Wij waren geen
voorstanders van fusies, vergaderziekte en circulaire-manie. We
wensten voor het kind, dat wat het zocht: geborgenheid.
Wij wilden volwassenen en tieners samen integreren op een school; het
Rijk nam dat niet over. Wij wilden experimenteren; het Rijk schoof
ons onder gezag van het schamele avondonderwijs. Geen inventiviteit,
geen creativiteit, geen studieles, geen buitenschoolse activiteiten.
En dat voor een nieuw soort onderwijs.
Hoewel, we gingen met de moeders op schoolreis, directies lachten
zich suf, maar het volgende jaar deed elke
"navolgschool" hetzelfde.
Geen vergissing, wij zijn heel dankbaar, dat we het hebben mogen
doen, maar we hebben verschrikkelijk moeten buffelen door
tegenwerking en dat was niet nodig geweest. Als persoon mag men niet
boven het maaiveld uitsteken, maar als school evenmin.
Gelukkig hadden wij enkele lokalen vrij om het eerste jaar te
kunnen starten. Anderen waren dikwijls beroerder af. Sommige moesten
noodgedwongen gebruik maken van de meest vreemde faciliteiten. Als
men huisvesting moest vinden in een afgekeurde kleuterschool met
kleutertoiletjes, leek het misschien komisch, maar dat was het
allerminst. Het was eerder om te huilen.
De term dagavondschool voor volwassenen -wie verzint zoiets- was
echt een polderconsensusgeen vlees geen vis, in plaats van een
duidelijke keuze, waar de moeders in meerderheid te kennen hadden
gegeven niets voor avondonderwijs te voelen. Anders hadden zij dat
immers al lang gedaan. De naam Moedermavo was natuurlijk zwaar fout.
Omdat een paar mannen zich hadden aangemeld, moest het opeens
Dagavondschool voor Volwassenen worden. Hadden vrouwen eindelijk iets
voor zichzelf, moest het weer afgelopen zijn. Op zich valt het te
begrijpen, dat men alle volwassenenonderwijs in een kader wilde
onderbrengen, maar voor de oorspronkelijke doelgroep was het echt
enkele jaren te vroeg.
De lange beleidslijn: moedermavo Middenmeer - gemeente Alkmaar -
avondschool Alkmaar - Den Haag, spotte, ondanks goede bedoelingen,
met iedere efficiencv.