De HAVENSTRAAT TROUW
507
De thee met een koekje staat al klaar wanneer ik op de afgesproken tijd
binnenstap bij de heer en mevrouw Karman, al sinds mensenheugenis woon
achtig op de Havenstraat te Middenmeer. Hij nu 90, zij 88 jaar.
In 1932 naar de Wieringermeer gekomen, omdat er in Zeeland, (Colijnsplaat
weinig of geen werk was te vinden. Of ging hij zijn verloofde achterna,
wier vader al eerder Zeeland verliet om als grondwerker de net drooggeval
len Wieringermeerpolder in cultuur te helpen brengen?
De jonge Karman werkte aanvankelijk in de zomer bij de boer, en de overige
periode bij de Cultuurmaatschappij, (draineren en sloten graven). Later
ruim een jaar in dienst bij Transportbedrijf Van Wieren, waar toen de aan
voer van stenen en andere bouwmaterialen voor de bouw van de boerderijen de
hoofdmoot was. Daarna boerenknecht bij Herman Smit aan de Alkmaarseweg, en
gedurende de oorlogsjaren was Karman werkzaam bij Graanhandel Van Waveren
aan de Industrieweg, waar toen veel sjouwwerk werd verricht, (zakken van 70
a 90 kilo op je nek: nooit iets aan over gehouden!) Collega's bij Van
Waveren waren o.a. Luuk Bouma,(chef), Sjoerd Hiemstra, Maarten Admiraal en
Gerrit Wortel. Mevrouw Karman werkte als hulp in de huishouding.
"Er gingen ongeveer een weeklang geruchten over boze plannen van de Duit
sers", herinnert Karman zich, wanneer we de onderwaterzetting aanroeren.
"Wij namen dat alles vrij serieus. Al op de avond van de 16e april sleepten
we een graanlichter(schip met ijzeren luiken), van de Voedselvoorziening,
die bij Groeneboom, (Schagerweg) in het kanaal lag, naar de haven in
Middenmeer. We begonnen 's avonds al wat in te laden. Onze buurman, Bert
Looze, die bij de Voedselvoorziening werkte, riep me 17 april s morgens
vroeg toe: "Kees, 't is zover!" We begonnen meteen onze bedden tafels
en stoelen in de lichter over te brengen. De zware meubels lieten we staan.
"Dat we door de mensen in de buurt werden uitgelachen deerden ons niet.
Velen konden niet geloven, dat de geruchten bewaarheid zouden worden"
Om 2 uur 's middags op 17 april vertrok het echtpaar Karman met hun
inmiddels 5 kinderen en 2 nichtjes uit Amsterdam, en het gezin Willems, Jan
Werkman en z'n vrouw en een onderduiker Van' uit de haven van Middenmeer
"getrokken door de boot van Butter" richting Kolhorn. De lichter ging
uiteindelijk voor anker aan de dijk in de buurt van Winkel.
De dag na de onderwaterzetting ging dhr. Karman met een vlet van de firma
Koolhaas terug om de 'vergeten' kist met bonkaarten op te halen. "Het water
stond toen 60 a 70 cm boven de le verdieping. Schoppen en harken dansten in
het water. Het bonnenkistje werd, gelukkig, gevonden. Die avond, de 18
stak er een harde wind op, die veel deining veroorzaakte. Veel huizen waren
tegen die natuurkracht niet bestand"
De lichter nabij Winkel werd de noodbehuizing voor lange tijd voor het ge-
evacueerde gezin. Vader Karman deed tijdens de beginperiode van de evacua
tie af en toe een klusje voor Van Waveren. Werk was moeilijk te vinden.
Ten slotte werd werk en woonruimte gevonden in Bergen, alwaar dhr. Karman
op het noodvliegveld de grond bewerkte vanwege de broodnodige voedselvoor
ziening. Toen het gezin nog de boot bewoonde werden de oudste kinderen da
gelijks met een busje opgehaald en naar school gebracht in de Oostwaardhoe-
ve, (Het Jodenkamp)
In augustus 1948 keerde het gezin Karman terug naar de Havenstraat in Mid
denmeer. Ze ontvingen een schadevergoeding van tweemaal f. 900,- in het ka
der van de Marshall-hulp. Een pleister op de wonde was, dat de herbouwde
woning aan de Havenstraat als mooier werd ervaren dan het huis dat een
prooi werd van het verslindende water.
Op de gedwongen evacuatieperiode na woont het echtpaar Karman nu al 66 jaar
'op het mooiste plekje in Middenmeer'En dat heet, God zij dank, kras!